Opeens helemaal de weg kwijt

Verwarring, vergeetachtigheid en onvoorspelbaar gedrag: iemand met een delier kan van het ene op het andere moment een heel ander persoon lijken te zijn geworden, aldus het AD. Ongeveer 20 procent van de ouderen die fysiek ziek zijn, krijgt een delier

Een delier, ook wel delirium, is een acute verwardheid als reactie op een lichamelijk probleem, zegt in het AD Barbara van Munster, internist-geriater bij het UMCG in Groningen. “Er is iets aan de hand in het lichaam dat deze aandoening triggert.” Een delier kan vrij plotseling ontstaan, stelt Olga van der Poel, wijkverpleegkundige in Den Haag en voorzitter van de afdeling Wijkverpleegkundigen van beroepsvereniging V&VN. “Je kan iemand de ene dag spreken terwijl er nog niets aan de hand is, en de andere dag hevig in de war aantreffen.”

Hersenschade

Delieren komen vooral voor bij oudere patiënten. Als iemand al hersenschade heeft, dan is de kans op een delier groter. Hersenschade is een normaal verschijnsel dat optreedt als we ouder worden, en kan ook ontstaan door hersenaandoeningen als dementie”, zegt Van Munster. Naar schatting krijgt ongeveer 20 procent van de ouderen die fysiek ziek zijn een delier, aldus Van Munster: “Dat is veel, maar het was eerst nog meer, zo’n 30 procent. De laatste jaren is er meer aandacht voor het delier. De daling in het aantal patiënten is te danken aan richtlijnen die ziekenhuizen en zorginstellingen nu hebben om te weten welke patiënten risico lopen.” Een delier is niet te genezen. Van Munster: “Het is afwachten tot het over gaat. Wel kunnen we proberen de symptomen te verzachten.”

Angstig

Een delier kan enkele uren of een paar dagen duren, maar het komt ook voor dat patiënten er weken in zitten. “De symptomen zwakken meestal wel af als de onderliggende lichamelijke oorzaak is gevonden en wordt behandeld”, zegt Van der Poel, die meewerkte aan het opstellen van de richtlijn van beroepsvereniging V&VN over delier, in het AD. “Na een paar dagen wordt het gedrag meestal minder heftig. Dan heb je nog te maken met restverschijnselen, maar is iemand niet helemaal meer van de wereld af.” Anders dan bij dementie, hebben patiënten met een delier vaak wel het besef dat het niet goed met hen gaat. Van der Poel: “Ze weten het ergens wel, maar kunnen er niets aan doen. Dat kan angstig maken.”