Ook ouderenzorg wil fors meer loon
De bonden spreken van een noodsituatie in de zorg. Bij sommige instellingen in de ouderenzorg werd vorig jaar bij een op de vijf werknemers loonbeslag gelegd. Brancheorganisatie ActiZ wil volgens de Telegraaf de lonen fors verhogen en kijkt hoopvol naar Den Haag om dat te helpen betalen. De druk neemt toe, zeker nu er een cao-akkoord voor de ziekenhuizen is bereikt. Maar het kabinet, en ook de verzekeraars, houden de poot stijf.
Verhogen met dubbele cijfers
De afgelopen weken werd door een aantal directeuren van verpleeg- en verzorgingshuizen hard gelobbyd om de cao in hun sector open te breken. Zij pleiten voor een salarisverhoging met dubbele cijfers ’om te zorgen dat hun mensen rond kunnen komen’. Hun actie is opmerkelijk, want meestal komt het idee om loonafspraken aan te passen niet van werkgevers. Maar in de ouderen- en de thuiszorg vinden ook de directies dat hun mensen te weinig verdienen.
Ziekenhuizen wel akkoord
Tot nu toe is het kabinet volgens de Telegraaf niet van plan de portemonnee opnieuw te trekken. Volgens de werkgevers in de ouderen- en thuiszorg kunnen ze nu hooguit een loonstijging van zo’n 5 procent mee betalen. Niks dubbele cijfers dus. Maar een woordvoerder van het ministerie laat desgevraagd weten geen partij te zijn in de cao-onderhandelingen. Datzelfde kregen eerder de ziekenhuizendirecteuren te horen. Die zijn in het nu bereikte akkoord met de bonden toch verder gegaan dan ze voor mogelijk hielden. Hoe de salarisverhoging van gemiddeld 15 procent dan betaald gaat worden is niet duidelijk.
Gok dat het wel goed komt
In de wijkverpleging en de thuiszorg zijn ze intussen behoorlijk ongelukkig met de actie van hun collega’s van ActiZ. Werkgevers vinden wel dat de lonen fors omhoog moeten, maar willen eerst een deal met het ministerie over de benodigde 1 miljard euro. Bestuurder Hans Buijing van koepelorganisatie Zorgthuisnl denkt volgens de Telegraaf dat Actiz gokt dat dat wel goed komt. “Ze verkopen de huid vóór de beer geschoten is. Maar deze beer loopt nog in het woud rond.”