Mantelzorgers met handen in het haar

‘Er zijn grenzen aan mantelzorg’, twitterde Dordtenaar André de Vries onlangs. Voor zijn 97-jarige schoonmoeder was zelfs na een bezoek aan de eerste hulp nog geen spoedbed te vinden in het verpleeghuis.

Eerder deze maand schoot bij de hoogbejaarde vrouw, die nog maar 41 kilo weegt, haar rechterschouder spontaan uit de kom, met veel pijn tot gevolg. Op de spoedeisende hulp van het Albert Schweitzer ziekenhuis werd zij geholpen, maar ‘daarna begon de ellende’. De vrouw heeft nu zoveel zorg nodig dat het te zwaar is geworden voor De Vries en zijn echtgenote. “Wij zijn allebei ook al 75.’”

Dit is niet vol te houden

De Vries deelde zijn zorgen en frustratie via Twitter. “Ik wilde echt een keer laten zien wat er gebeurt in de zorg. Ik print soms een lijst uit van hoeveel mensen er betrokken zijn bij de zorg voor mijn schoonmoeder en dat zijn wel tien tot vijftien personen. Ook mijn vrouw is er nog steeds een paar uur per dag mee bezig. Dat is niet vol te houden.”

Wachten op verpleeghuis

Het Albert Schweitzer ziekenhuis zegt in AD De Dordtenaar nu structureel zo’n veertig patiënten te hebben opgenomen die eigenlijk niet meer in het ziekenhuis hoeven te zijn, maar wachten op een plek in het verpleeghuis of een hospice. Deze patiënten houden een bed bezet dat hard nodig is voor andere patiënten die wel een opname-indicatie hebben.

Verwijspunt 078

Verwijspunt 078 regelt de plaatsing namens zeven zorgorganisaties in de regio Drechtsteden en constateert: er is een tekort aan verpleeghuisplekken én aan voldoende gekwalificeerd personeel. Daarnaast is de zorgvraag complexer geworden. Er is een goed beeld van hoeveel ouderen in de regio op een plek wachten en met welke urgentie. “Dit helpt bij de prioritering, maar lost het tekort nog niet op.”

Beslist niet de enige

Voor de schoonmoeder van De Vries lijkt er inmiddels een oplossing te zijn. “Die noodkreet van mij lijkt toch wat teweeg te hebben gebracht. Maar mijn schoonmoeder is beslist niet de enige. Dit is het faillissement van de gezondheidszorg”, zegt André de Vries in AD De Dordtenaar.