Helpen in de zorg, wat zou u (niet) willen doen?
‘Helpen in de zorg voor uw naasten: wat zou u (niet) willen doen?’ Die vraagt legt dagblad Trouw de lezers voor.
“Hoogstwaarschijnlijk zegt u ‘ja’ als een ziekenhuis u vraagt om voor een geliefde als mantelzorger op te treden. Zeker als de arts u verzekert dat uw aanwezigheid het herstel van een naaste zal bespoedigen, en dat er voor patiënten die een eigen mantelzorger meebrengen zelfs een eigen kamer beschikbaar is. Maar het brengt natuurlijk ook offers met zich mee: want wat doet u met de kinderen ondertussen, en hoe moet dat met werk? En kunt u het lijden van een naaste wel van zo dichtbij aanzien; is de relatie hierop berekend?”
Goede ervaringen
Het St. Antonius Ziekenhuis in de regio Utrecht is van plan te proberen om structureel meer zorgtaken over te dragen aan familieleden. Pilots hiermee op de afdeling oncologie en urologie bevielen artsen, patiënten en familieleden volgens een onderzoek goed, aldus Trouw. Het scheelde het personeel een half uur tot een uur werk per dag, en bracht meer gezelligheid en persoonlijke aandacht voor de patiënt. Het gaat om taken die in principe weinig kwaad kunnen: helpen met aankleden, douchen, tandenpoetsen of een ommetje maken.
Beladen keuzes
Het tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden is volgens Trouw niet te negeren: volgens prognoses zal dat stijgen van 13.600 mensen in 2023 naar 37.800 in 2032. Ook in de vraag naar helpenden kan niet worden voorzien. Als de oplossing niet gevonden wordt in mantelzorgers, van wie er momenteel al 5 miljoen in Nederland zijn, moet je het hebben van arbeidsmigranten of de inzet van robots. Beladen keuzes. Voor we hiervoor kiezen, kunnen we maar beter eerst discussiëren over de vraag wat wij zelf wel of niet kunnen doen.