Gemeente over Wmo in de clinch met ministerie
Wie te veel verdient, krijgt in Land van Cuijk geen huishoudelijke hulp meer via de Wmo, meldt dagblad Trouw. Ook al is dat onwettig. Het ministerie zegt verhaal te gaan halen.
Wie boven de 43.000 euro per jaar zit, krijgt geen huishoudelijke hulp via de Wmo. Er is één probleem: gemeenten mogen het inkomen volgens de wet niet laten meewegen in deze Wmo-aanvragen. “Toch doen we het”, zegt wethouder Willy Hendriks-Van Haren in Trouw. “We komen op voor de zwakkeren. De gemeenten Leusden en Krimpen aan den IJssel zijn ons voorgegaan en die zijn nog niet teruggefloten door het ministerie van Volksgezondheid.”
Andere wind op ministerie
De gemeente weet dat er op het ministerie een andere (lees: minder strenge) wind is gaan waaien, zo staat in de gemeenteraadsstukken. VWS bereidt immers een nieuwe wet voor, die vanaf 1 januari 2026 een inkomenstoets toestaat. En ja, ook het ministerie vindt net als de gemeente Land van Cuijk dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, beaamt een woordvoerder. “Maar dat betekent niet dat gemeenten voor de troepen uit mogen lopen.”
Ministerie wil niet gedogen
Land van Cuijk kan ervan uitgaan, zegt het ministerie in Trouw, “dat we contact opnemen, want dit kan niet. In het uiterste geval, al komt dit zelden voor, kan de minister een gemeente dwingen om te stoppen.” Met Leusden en Krimpen aan den IJssel, die de inkomenstoets al meer dan een jaar hanteren, lopen ook indringende gesprekken, zegt de woordvoerder. “Van gedogen is wat ons betreft echt geen sprake. Als burgers de afwijzing van de huishoudelijke hulp aanvechten bij de rechter, krijgen ze gelijk.”
Net als de kinderbijslag
De seniorenvereniging KBO-Brabant verwijst het plan eveneens naar de prullenbak. “De hoogste bestuursrechter heeft al lang en breed besloten dat het niet aan gemeenten is om een inkomensgrens te stellen”, zegt voorzitter Leo Bisschops in Trouw. “Als onze leden een beroep op ons doen, dan staan we ze juridisch bij. Er zijn wel meer regelingen die voor iedereen gelijk zijn, ook de kinderbijslag.”