Meer ouderen, maar waar moeten ze wonen?

De doorstroom op de woningmarkt stokt. Ouderen voor wie het huis te groot wordt zouden plaats kunnen maken. Maar alternatieven zijn schaars, of komen moeizaam van de grond, aldus een reportage in de Volkskrant.

Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw gaan de komende jaren weliswaar ruim 300 duizend ouderen op zoek naar een meer bij hun levensfase passend onderkomen. Maar minstens zoveel zullen er overlijden of verkassen naar een verzorgings- of verpleeghuis, waardoor er genoeg toegankelijke woningen vrij komen.

Het gaat om meer dan appartement

‘Maar dat gaat totaal voorbij aan de toekomst die op ons afkomt’, zegt Hans Adriani, bestuurlijk aanjager Wonen Welzijn Zorg voor ouderen, in de Volkskrant. ‘Het vraagstuk rond ouderenhuisvesting omhelst veel meer dan een appartement waarin je je met rollator kunt bewegen.’ Er is ook een transformatie in de zorg nodig, zegt Adriani. Want het aantal 80-plussers zal verdubbelen, en in 2040 zijn er naar verwachting 600 duizend ouderen met dementie. ‘Om dat op te vangen, zou straks een op de drie mensen in de zorg moeten werken. En die mensen zijn er niet.’ Daarom zullen mensen meer moeten gaan wonen in wat Adriani ‘zorgzame gemeenschappen’ noemt.

Veelkoppig monster

Vanuit financieel en organisatorisch perspectief is ouderenhuisvesting een ‘veelkoppig monster’, zegt Adriani. Gemeenten gaan wel over maatschappelijke ondersteuning, maar langdurige zorg is een rijkstaak. Bewonersinitiatieven (de Volkskrant schrijft ook daarover) zijn weliswaar lovenswaardig, maar om echt stappen te zetten is ook de inzet van woningcorporaties, projectontwikkelaars en investeerders nodig. En dat vergt samenwerking.

Meesten willen helemaal niet verhuizen

Niet alleen het gebrek aan alternatieven, maar ook de bereidheid om te verkassen belemmert de doorstroom op de woningmarkt. De meeste ouderen willen namelijk helemaal niet verhuizen, concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving volgens de Volkskrant. Ze zijn vaak gehecht aan hun woning en hun buurt. En anders dan de generaties voor hen hebben 55-plussers nu meestal een koopwoning met relatief lage woonlasten. Ze passen hun woning daarom liever aan om er langer te kunnen blijven wonen. Verhuizen komt voor de meesten pas in beeld als hun gezondheid hen daartoe dwingt.

Alleen naar iets dat echt beter is

‘Vaak is de veronderstelling: het bouwen van geschikte woningen voor ouderen leidt ertoe dat de gewenste doorstroming op gang komt’, zegt zelfstandig adviseur Petra de Jong, die promoveerde op het verhuisgedrag van ouderen. ‘Dat is niet zo, omdat ouderen meer wensen hebben dan alleen gelijkvloerse, drempelloze woningen. Ze hebben, anders dan starters, al een dak boven hun hoofd. En ze willen alleen verhuizen naar iets wat echt beter is. Wonen met leeftijdsgenoten wordt niet altijd als positief gezien en ook lang niet alle ouderen willen kleiner wonen.’