Willen echte klimaatoma’s en -opa’s opstaan?
Als ‘Grootouders voor het klimaat’ in praatprogramma’s vertellen dat ze zonnepanelen op het dak hebben geplaatst, applaudisseert iedereen. Maar waarom zitten er nooit grootouders in dit soort programma’s die juist vanwege die kleinkinderen zuinig met de erfenis omgaan en subsidie voor zon en wind zonde vinden? Of grootouders die om het klimaat te redden voor kerncentrales zijn, vraagt EW wetenschapsredacteur Simon Rozendaal (1951) zich af.
Zuinig zijn en sparen
Van grootouders leren kinderen dat je een euro maar één keer kunt uitgeven. Veel oudere Nederlanders hebben een spaarpotje dan wel een afgelost huis en loodsen dat nu of na hun dood door naar hun kinderen en kleinkinderen. Ook zuinig zijn en sparen, is is volgens de EW-redacteur je ‘kleinkinderen een leefbare wereld gunnen’.
Keuzevrijheid beperkt
Zogenaamde ‘Grootouders voor het Klimaat’ willen volgens Rozendaal zonnecellen en windmolens die er maar mondjesmaat in slagen om fossiele brandstoffen te vervangen. “Daarmee doen ze niet alleen een greep in de nationale schatkist (ook een voor hun kleinkinderen bedoelde erfenis), maar beperken ze tevens de keuzevrijheid van de jeugd: misschien hebben die tegen de tijd dat ze zijn afgestudeerd veel betere ideeën om het klimaatprobleem aan te pakken.”
Betere ideeën
Verstandige grootouders die hun kleinkinderen een leefbare wereld gunnen, slaan geen acht op de paniekzaaierij van Gerrit Hiemstra en Greta Thunberg (‘Het huis staat in brand, dus paniek is juist goed’), schrijft de wetenschapsredacteur van EW. “Zij komen tot de conclusie dat er ook nu al betere ideeën zijn om het klimaatprobleem aan te pakken, dat kernenergie weliswaar nadelen heeft (afval, straling, ongelukken, proliferatie) maar dat je fossiele brandstoffen daarmee wél kunt vervangen.”