Ouderen zijn niet staatsvijand nummer één

Een derde van de nu 65-jarige vrouwen zal 90 jaar of ouder worden net als bijna een kwart van de mannen. In dat licht bezien, zijn discussies over houdbaarheid van ons pensioen niet zo vreemd, schrijft Marcel Levi in zijn column in Het Parool.

Voor jongeren klinken de getallen over de toenemende gemiddelde levensverwachting misschien een tikje zorgwekkend, aldus de columnist in Het Parool: zal hun maatschappelijke voorland worden gedomineerd door centennial­tsunami’s en rollatorfiles? “Nu al buitelen droefgeestige toekomstvoorspellers over elkaar heen om keer op keer uit te rekenen dat er te weinig jonge, werkende mensen zullen zijn om al die rolstoelen van hordes hulpbehoevende ouderen voort te duwen. Ouderen lijken wel staatsvijand nummer één geworden.”

Lang zullen we leven

Wellicht valt dat toch een beetje mee, schrijft Levi in Het Parool. “Slimme demografen tonen dat je ook anders naar de getallen kunt kijken. Zij nemen dan aan dat mensen in de laatste vijftien levensjaren hulpbehoevend worden, volgens mij zelfs nog een tamelijk conservatieve schatting. Vervolgens berekenen ze dat de proportie mensen die aan die laatste vijftien jaar van zijn leven bezig is ten opzichte van de rest van de bevolking die nog meer dan vijftien jaar te gaan heeft, de komende jaren gelijk blijft.” Met andere woorden: er zijn meer dan genoeg mensen om voor hulpbehoevenden te zorgen, als we daar met zijn allen gewoon toe bereid zijn. “Alle reden dus om op onze verjaardag vooral het aantal jaren dat nog komen gaat te vieren. Lang zullen we leven.