Aan ouder worden zitten ook voordelen
Marcel Levi schrijft in zijn column in Het Parool over momenten “waarop je voelt dat je een beetje een fossiel aan het worden bent. En dat terwijl je er voortdurend met voorzichtige (en soms minder voorzichtige) hints aan wordt herinnerd dat je echt oud begint te worden. Dat gaat veel verder dan een grijze haar hier en daar, of die bizarre stijfheid als je uit bed komt. Het is vooral tamelijk onverwacht confronterend dat je diverse schermen naar beneden moet scrollen als je ergens je geboortejaar in moet vullen.”
“Of plotseling toch een beetje moe bent na een drukke nachtdienst en de volgende avond vroeg naar bed wil. Of als blijkt dat een aanzienlijke groep mensen wordt opgenomen in het ziekenhuis met ‘ouderdomsziekten’ die jonger zijn dan jijzelf.”
Geen compliment
Levi beschrijft in Het Parool hoe hij onlangs tijdens een dienst in het ziekenhuis met een arts-assistent in opleiding tot specialist een hoogbejaarde patiënt besprak. “Toen ik zei dat oudere mensen dingen soms anders zien ‘dan onze generatie’, keek mijn inderdaad dertig jaar jongere collega me verbijsterd aan, zich zichtbaar afvragend over welke generatie ik het had. En laatst noemde iemand mij een boomer, en duurde het net iets te lang voordat ik doorhad dat dit geen compliment was.”
Plezierige dingen
Naast al deze confronterende momenten zitten er volgens de Parool-columnist ook flinke voordelen aan ouder worden. “Want elke leeftijdsfase gaat gepaard met plezierige dingen. Tegenover mijn woning is een studentenhuis waar elke nieuwe lichting studenten en bijbehorende rituelen, dikwijls gepaard gaat met veel geschreeuw en lawaai in de nacht. In plaats van de ergernis te voelen die dat bij sommige buren oproept, draai ik me nog eens lekker om in bed, en bedenk tevreden dat dit gelukkig allemaal niet meer hoeft.”