SVB wil arme ouderen opsporen

De Sociale Verzekeringsbank presenteert vandaag de resultaten van een proef om AOW’ers op te sporen die nu onder het bijstandsniveau terechtkomen. Hun situatie is soms schrijnend, aldus het Nederland Dagblad.

SVB pleit voor gegevensuitwisseling, die met een nieuwe techniek veilig en met oog voor de privacy plaatsvinden. In de proef wisselde de SVB al gegevens uit met het UWV. Dat wil de organisatie uitbreiden met data van de Belastingdienst. Op die manier kan preciezer worden bepaald wie mogelijk door het ijs zakt, zegt Diana Starmans, lid van de raad van bestuur van de SVB. ‘Daarmee kunnen we mensen nog gerichter aanschrijven.’

Geen volledige uitkering

AOW’ers kunnen onder het bestaansminimum terechtkomen wanneer zij een tijd in het buitenland hebben gewoond en geen recht hebben op een volledige AOW-uitkering, of wanneer hun partner jonger is en nog geen recht op AOW heeft. Deze groep kan aanspraak maken op een aanvulling op hun inkomen (de zogeheten AIO). Maar volgens een schatting van het CBS maken bijna 20.000 ouderen daar geen gebruik van, ondanks voorlichting van de overheid en de SVB.

Persoonlijk benaderen

‘De AOW en de kinderbijslag weet iedereen wel te vinden’, zegt Starmans van de SVB in het Nederlands Dagblad. ‘Maar bij andere regelingen, zoals de AIO, zijn er veel mensen die er geen gebruik van maken. We zien het als onze taak die op te sporen.’ De SVB kan nu niet altijd zien welke AOW’ers door het ijs zakken. Om die groep persoonlijk te kunnen benaderen, heeft de SVB een jaar lang in een proef informatie uitgewisseld met het UWV, om te kijken wie mogelijk recht heeft op een aanvulling. In de proef heeft de SVB met 995 ouderen schriftelijk en telefonisch contact gezocht.