Met videobellen minder onrust en betere zorg
TNO onderzoekt hoe videobellen realistischer kan worden. Dat kan helpen bij contacten met demente familieleden: Hoe echter de kleinzoon in beeld komt, hoe minder onrust bij de demente grootouder.
“Als iemand levensgroot zichtbaar is en het scherm op een logische plek in de ruimte staat, komt die persoon veel echter over dan via een klein scherm met alleen een hoofd”, zegt Hans Stokking, mediaonderzoeker bij TNO, in NRC. “En dan gebruikten we hier nog niet eens augmented reality maar gewoon Teams, een van de video-belprogramma’s die sinds de pandemie enorm veel gebruikt worden.”
Gevoel van verbondenheid
TNO onderzocht wat ervoor nodig is om virtueel contact realistischer te maken, in hoeverre het uitmaakt hoe groot iemand in beeld is, en in welke mate augmented reality (AR, ‘verrijkte realiteit’) kan bijdragen aan gevoelens van verbondenheid. Een deel van het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met MeanderGroep Zuid-Limburg, een organisatie voor ouderenzorg.
Betekenis voor de zorg zelf
Voor MeanderGroep Zuid-Limburg kan augmented reality behalve voor gezellig contact tussen bewoners en familie meer gaan betekenen voor de zorg zelf, aldus NRC. “Ouderen met dementie zijn bijvoorbeeld best vaak onrustig en angstig. Om ze weer rustig te krijgen helpt het enorm als ze familie zien, als die met ze kan praten. En artsen die visites krijgen zijn voor korte bezoekjes lang onderweg. Na een test met tablets gaven artsen aan dat dat voor hen niet werkt. Ze kregen niet voldoende indruk van de patiënt als geheel, met AR neemt dat als het goed is toe.”