Nooit te oud!
Op gevorderde leeftijd nog altijd fanatiek fietsen, surfen of hardlopen. De Telegraaf portretteert drie pensionado’s met pit.
Zij krijgen de 80 jaar in zicht of zijn die leeftijd al gepasseerd en toch beoefenen ze hun hobby nog altijd vol overgave.
Je kunt meer aan dan je denkt
Jo Schoonbroodt (72) heeft 150 marathons op zijn naam staan en rent nog altijd 125 kilometer per week. De Grijze Keniaan wordt hij genoemd. In mei dit jaar liep hij in de Maasmarathon in het Belgische Visé het wereldrecord in de leeftijdscategorie 70+ in 2:54:19. Afgelopen jaar liep hij ruim 7000 km. “Hardlopen heeft me geleerd dat een lijf meer kan dan je denkt.” Schoonbroodt gaat door zolang het kan, vertelt hij in de Telegraaf. “Gewoon ergens op een mooie plek omkieperen met mijn hardloopschoenen aan.”
Na vijf minuten ander mens
De 81-jarige Margje Oosterdijk tikte met haar racefiets tot voor kort ze drie à vier keer per week ritten van zo’n 60 tot 80 kilometer aan, met een snelheid van zo’n 27 kilometer per uur. Nu de herfst zich aandient, laat zij het van het weer afhangen.
“Mensen snappen niet dat ik het nog doe. Nou en? Leeftijd is maar een getal. Het heeft me zoveel gebracht: vrijheid, plezier, nieuwe mensen, nieuwe landen. Ik blijf het tot het eind toe doen. Laten ze mij uiteindelijk maar naast m’n fiets vinden”, vertelt zij in de Telegraaf. “Als ik even down ben, pak ik de fiets en na vijf minuten voel ik me een heel ander mens.”
Op surfplank ’t einde tegemoet
“Als er geen wind staat, ben ik bereikbaar, anders ben ik aan het surfen”, zegt de 79-jarige John Overmeer. “Inmiddels zijn mijn snelheden naar 60, 65 kilometer per uur gezakt, maar ik ben ervan overtuigd dat ik onder ideale omstandigheden nog steeds de 70 kan halen.” Sinds zijn 70e is het fanatisme aan het afnemen. “Met een paar uur surfen ben ik tevreden”, zegt Overmeer in de Telegraaf. “Zolang ik leef, blijf ik surfen. Ik wil geen ziekbed en wil niet dat mensen me moeten verzorgen. Als het zover is, dan pak ik mijn surfplank, rijd ik naar de Noordzee en surf ik richting IJsland mijn einde tegemoet.”