Zorg in laatste levensfase moet echt beter

Daisy Janssen is benoemd tot hoogleraar in het specialisme ouderengeneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Zij zet zich met name in voor betere zorg in de laatste levensfase, thuis of in een zorginstelling. “We moeten veel meer kijken naar wat mensen nog willen”, zegt zij in De Limburger.

De nieuwe hoogleraar ziet het als een van haar taken te zorgen dat die kwaliteit van leven in de laatste fase verbetert. Dat de zorg en behandeling van deze mensen, maar ook die van kwetsbare ouderen in het algemeen, geoptimaliseerd wordt. Hier doet ze, samen met haar collega’s van de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (die een brug slaat tussen onderzoek, onderwijs en de dagelijkse praktijk in de ouderenzorg), onderzoek naar. Het is een belangrijk aandachtsgebied binnen haar leerstoel.

Ondersteuning

“We moeten echt tijdiger herkennen waar patiënten en hun naaste omgeving nog behoefte aan hebben”, zegt Janssen. In het verpleeghuis gebeurt dat vaak wel, voegt ze toe, maar bij kwetsbare ouderen die thuis wonen – dat is veruit de grootste groep – lang niet altijd.

Zorgmedewerkers en (huis)artsen weten soms niet goed hoe ze dit moeten aanpakken, zegt ze. “Gesprekken over de laatste levensfase en welke zorg daarbij past zijn niet gemakkelijk. Daarin ondersteunen wij ze vanuit ons vakgebied. We ontwikkelen hulpmiddelen voor dit soort situaties. Onze zorg moet bijdragen aan de kwaliteit van leven, juist ook in de laatste levensfase.”

Meer zichtbaar

Specialist ouderengeneeskunde is een prachtvak, zegt de Maastrichtse hoogleraar in De Limburger. Dat moeten we studenten veel meer laten zien. Medisch is het heel interessant, want je ziet kwetsbare patiënten met veel verschillende aandoeningen. Waar andere dokters niet veel meer kunnen doen, kun jij met je team nog iets voor deze mensen betekenen. In het verpleeghuis, maar ook thuis. Dat moeten andere artsen weten, we moeten meer zichtbaar worden.”