We zijn kwijtgeraakt om voor elkaar te zorgen
Ouderen die iets minder specialistische zorg nodig hebben terugvallen op elkaar, of op hun kinderen. De Nijmeegse hoogleraar Raymond Koopmans, die na 40 jaar afscheid neemt van de ouderengeneeskunde, zegt in Trouw: “We zijn het kwijtgeraakt om voor elkaar te zorgen in Nederland. Wij scoren in Europa het allerlaagste op de vraag of we later voor onze ouders willen zorgen. Het is belangrijk dat ouderen dit gesprek voeren met hun kinderen.”
“En als je ouders of kinderen dat niet willen”, zegt Koopmans in Trouw, “hoe bereid je je dan voor op een toekomst waarin je misschien minder mobiel bent en meer zorg nodig hebt? Ik ontkom er niet aan om daarover na te denken, samen met mijn vrouw. Ik heb namelijk niet de illusie dat de overheid dit regelt voor mij.”
We blijven sociale wezens
Koopmans zegt in Trouw gecharmeerd te zijn van zorgcoöperaties, woongemeenschappen voor ouderen of samenwonen met meerdere generaties, woningdelen of een mantelzorgwoning in de tuin. “Een terugkeer naar de oude bejaardenhuizen, dat lijkt me geen goed idee. Maar we zijn en blijven sociale wezens. Elkaar ontmoeten en samenleven met meer zorg voor elkaar, en daarnaast gespecialiseerde topzorg en behandeling als dat nodig is. Dat zijn we aan onze ouderen verplicht.”
Gigantische opdracht
Met een terugtrekkende overheid ziet Koopmans hier een belangrijke rol voor mensen zelf. “Het zijn waarschijnlijk de meest vermogende ouderen die dit voor elkaar kunnen krijgen. Misschien moet ik met vrienden een woongemeenschapje bouwen in de tuin waar we voor elkaar zorgen? Ik denk daar wel over na. Maar er ligt een gigantische opdracht die niet zomaar is opgelost, want er zijn veel mensen die dit niet zelf kunnen organiseren.”