Van aftakeling geen mooi spotje te maken

Bericht van mijn moeder, schrijft AD-columnist Angela de Jong: Ze is ziek. Of een van ons – mijn broers en ik dus – in haar plaats naar het verpleeghuis kan om mijn vader te helpen met eten.

“Lange stilte in de familieapp. Ik weet al wat mijn broers denken, want ik denk hetzelfde. Komt niet uit, geen zin, moet dat nou, er is toch personeel. En meteen daarop dat moordende schuldgevoel. Is het nou zoveel moeite? Die man werkte vroeger zestig tot tachtig uur per week om ons een onbezorgde jeugd te geven. Haalde ons midden in de nacht op na een avondje stappen, ook als hij ’s morgens om 4 uur was opgestaan. En dan ga ik hier zitten zeuren dat ik geen zin heb? Nou ja, drie keer raden wie er uiteindelijk in de auto stapte.”

Moed verzamelen

De Jong wilde dat ze  kon zeggen dat ze dat met liefde deed, schrijft ze in haar column in het AD. “Maar dan zou ik liegen. Ik moet altijd eventjes moed verzamelen als ik voor de deur van de gesloten afdeling sta waar mijn vader tegenwoordig woont. Het wil niet zeggen dat ik niet van hem houd. Het heeft er niets mee te maken dat het verpleeghuis hopeloos verouderd is en al jaren wacht op sloop. En het zegt al helemaal niets over het personeel. Want dat zijn schatten, die de benen uit hun lijf rennen.”

Uitzichtloosheid

“Nee, het is het verval dat me elke keer recht in mijn gezicht raakt”, aldus de AD-columnist: De onmacht. De uitzichtloosheid. De mensonterende aftakeling. Ouderen zijn ‘geen sexy thema’ voor politieke partijen in deze verkiezingen, las De Jong. “Nee, dat snap ik. Er valt geen aantrekkelijk spotje te maken met een bejaarde die zit te wachten tot de zuster tijd heeft om hem te ontdoen van zijn papieren slab waar de resten appelmoes op zitten gekleefd. En toch is uitgerekend dat het beeld dat ik niet uit mijn hoofd krijg.”