Prooi voor commerciële zorgadviseur
Megabedrijven voor medische hulpmiddelen slokken Nederlandse concurrenten op, schrijft Mark van Houdenhoven (topman Maartenskliniek) in NRC. Dat gaat ten koste van hulpbehoevende patiënten.
Mondiale megabedrijven voor medisch-technologische hulpmiddelen kopen in Nederland zorgaanbieders voor orthopedische hulpmiddelen zoals protheses, braces, steunkousen en orthopedische schoenen. Onttrokken aan het oog van het grote publiek dreigt er volgens Van Houdenhoven (ook bijzonder hoogleraar Economische bedrijfsvoering in de gezondheidszorg aan de de Radboud Universiteit) een ‘verticale integratie’ te ontstaan tussen de fabrikant van hulpmiddelen en de onafhankelijke adviseur van de patiënt.
Hoe ongebonden?
Orthopedische zorgaanbieders en adviseurs zijn vaak gevestigd bij ziekenhuizen en revalidatie-instellingen. Zij werken er samen met hooggekwalificeerde zorgprofessionals. “Hoe ongebonden zijn deze adviseurs straks? En krijgt de patiënt nog steeds de beste aangepaste schoen, de beste prothese na amputatie of de beste rolstoel aangeboden?”
‘Markt’ verdelen
Zorgbestuurder Van Houdenhoven beschrijft in NRC de ontwikkelingen rond Össur en Ottobock: “Door de Nederlandse ‘markt’ voor kwetsbare patiënten te verdelen, kunnen zij hun saleskosten verlagen. Sales is immers niet meer nodig. Via de net gekochte zorgbedrijven Livit en Proreva en hun adviseurs van kwetsbare patiënten, kunnen de twee megabedrijven de keuze van hulpmiddelen sturen. Doel zal ongetwijfeld zijn minimaal het huidige rendement te behouden: anders is de overname niet geslaagd.”
Niemand roert zich
Deze ontwikkeling is zorgwekkend, aldus Van Houdenhoven in NRC. “Want niet-transparante commerciële bedrijven die zowel producent als adviseur zijn, krijgen rechtstreeks toegang tot hulpbehoevende Nederlandse patiënten, uitsluitend bedoeld om hun aandeelhouders tevreden te stellen. Onafhankelijke advisering en zorg op maat dreigen daarmee te verdwijnen.” Het meest verontrustend is volgens Van Houdenhoven dat deze ontwikkeling zonder enige discussie plaatsvindt. “Geen enkele belanghebbende roert zich. Geen patiëntenvereniging, geen parlement, geen zorgverzekeraar, toezichthouder of zorgprofessional.”