Meerwaarde van digitale zorg
Meer zorgverleners kijken positief aan tegen de mogelijkheden van digitale zorg (e-health). Dat blijkt uit de jaarlijkse E-healthmonitor van het RIVM, Nivel en het National eHealth Living Lab (NeLL). De monitor laat ook zien dat meer zorgverleners gebruikmaakten van digitale middelen dan in 2021.
Nog niet vanzelfsprekend
Hoewel zorgverleners vaker digitale middelen inzetten, is digitale zorg nog geen vanzelfsprekend onderdeel van de reguliere zorg. Dat blijkt uit interviews met bestuurders, zorgverleners en patiënten over hoe digitale zorg beter ingepast kan worden in zorgprocessen. Het in kaart brengen van verbetermogelijkheden met behulp van e-health is gedaan voor 2 verschillende typen zorg: voor darmkankerpatiënten en voor mensen met dementie.
Meer veiligheid en welzijn
Voor de dementiezorg zien de ondervraagden vooral mogelijkheden om tijd te besparen met behulp van digitale middelen. Ook zien zij kansen om de veiligheid en het welzijn van patiënten vergroten. Zo kan de communicatie tussen zorgverleners onderling en met mantelzorgers verbeterd worden via online communicatie.
Voorbereid zijn op de toekomst
Geïnterviewden (o.a. ouderen) gaven aan dat er verschillende redenen zijn waarom zij digitale zorg willen gebruiken en daarvoor hulp zoeken. De drie belangrijkste zijn: voorbereid zijn op de toekomst, zelfredzaam zijn, en digitale zorg willen kúnnen gebruiken omdat ze er in de zorg mee te maken hebben gekregen.
Leren omgaan met digitale middelen
Bibliotheken bieden cursussen aan waar mensen leren omgaan met digitale middelen. Voor de E-healthmonitor zijn de ervaringen met de cursus DigiVitaler onderzocht bij cursisten en docenten. Zo blijken vooral ouderen op de cursus af te komen. Zij zijn hier positief over en geven aan hierdoor meer zelfvertrouwen en vaardigheden te krijgen om digitale middelen te gaan gebruiken.