Collectieve woonvormen hebben de toekomst

PVV-minister Fleur Agema pleit voor de terugkeer van het bejaardentehuis. Door het FD geraadpleegde experts achten dat onwenselijk en duur, en zien meer in woonvormen waarbij ouderen en buurtgenoten elkaar helpen.

In het hele land bestaan talrijke initiatieven en ideeën, met een veelheid aan namen: denk aan geclusterde woonvormen, knarrenhofjes, zorgzame buurten. ‘Hotspots’, noemt Mirella Minkman, bestuursvoorzitter van kennisorganisatie Vilans en bijzonder hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, in het FD deze plekken. Dit soort initiatieven vergt wel een omslag in verwachtingen. ‘De maatschappij moet meer zorgen, en de zorg moet meer vermaatschappelijken.’

Lagere huur jongeren die helpen

Ook andere experts zitten volgens het FD op deze lijn. Bestuursvoorzitter Cees van Boven van Woonzorg Nederland: ‘Laat jongeren en ouderen samenwonen, waarbij jongeren bijvoorbeeld een lagere huur betalen onder voorwaarde dat ze iets terugdoen voor de ouderen.’ Collectieve woonvormen hebben de toekomst, zegt Hilde Verbeek, zorghoogleraar aan de universiteit van Maastricht. Zij hekelt de medicalisering van de ouderenzorg.

Sociale zorgplicht

Robbert Huijsman, hoogleraar management en organisatie van ouderenzorg aan de Erasmus Universiteit, zegt in het FD dat het grootste deel van de ouderen baat heeft bij ‘beschutte constructies’, idealiter een mix van wonen, welzijn en zorg, ondersteund door familie, die deels draait op de inzet van jongere burgers. ‘Die kun je vrijmaken door ruimere verlofregelingen, respijtzorg en een sociale zorgplicht.’

Een eigen voordeur

Zorgverzekeraar DSW pleit in het FD voor een woonvorm tussen het oude gezinshuis en het bejaardentehuis-oude stijl in. Wel zelfstandigheid, maar minder vereenzaming, ook vanuit de gedachte dat dit de gezondheid ten goede komt. Bestuursvoorzitter Aad de Groot: ‘Een eigen voordeur, maar gemeenschappelijke ruimtes waar mensen elkaar kunnen helpen. En voor de hele flat één aanbieder van wijkverpleging.’