Altijd een wakend oog
Als zijn vader alzheimer blijkt te hebben, wil Alistair Moore er voor hem zijn. Maar hij woont in Ouderkerk aan de Amstel, zijn vader in Londen. De it-specialist hangt het huis van zijn vader vol met camera’s en microfoons. Volkskrant magazine beschrijft de lotgevallen met de zorg op afstand. Intussen is besloten dat vader naar Nederland komt.
Alistair installeerde een camera in de slaapkamer van zijn vader, eentje in de keuken, de woonkamer, de werkkamer en bij de voordeur. Allemaal met groothoeklenzen en microfoons, zodat hij met zijn vader kon praten als het nodig was. De camera’s begonnen op te nemen zodra iets bewoog in de ruimte. Dat alles werd opgeslagen op zijn telefoon.
Continu berichten van verplaatsingen
Alistair heeft de gewoonte om twintig keer per dag te kijken wat zijn vader aan het doen is. Er komen continu berichten binnen van zijn verplaatsingen door het huis, aldus Volkskrant magazine. Als het om potentieel gevaarlijke plekken gaat of als er iemand aan de voordeur staat, bekijkt Alistair de camerabeelden. Als hij de bezoeker niet kent, zegt hij: ‘Hallo, wie bent u?’ Daarna belt hij zijn vader en geeft de naam door. ‘Dat is oké’, zegt zijn vader meestal. ‘De krantenjongen.’
Toch maar naar Nederland
Alistair is blij dat zijn vader naar Nederland komt. Nu zijn geheugen nog redelijk goed is, kan hij wennen aan een nieuwe omgeving. In zijn eentje in Londen zou zijn vader snel aftakelen en uiteindelijk zichzelf verliezen. Voorlopig zal hij de zorg via de camera’s blijven doen.
Moet je elk risico willen vermijden?
Over het gebruik van technische hulpmiddelen als camera’s zegt specialist ouderengeneeskunde Karolien Biesheuvel in Volkskrant magazine: ‘Je kunt met veel middelen proberen te voorkomen dat er iets met iemand gebeurt, maar moet je elk risico wel willen vermijden? Of hebben ouderen, ook als ze kwetsbaar zijn, het recht op hun eigen ongeluk? In hoeverre is het gewenst dat iemand komt te overlijden? Mag dat gebeuren?’
Voortdurende afweging
Sommige mantelzorgers willen volgens Biesheuvel hun moeder het liefst ingepakt in bubbeltjesplastic in bed leggen, zodat er niets kan gebeuren. In het andere uiterste laat je iemand in zijn onderbroek de deur uit stappen. ‘Ergens daartussenin moet je zeggen: wat doen we wel en waar moet je loslaten? Dat is een voortdurende afweging, en elke keer een goed gesprek waard tussen arts en familie.’