Met slim bouwen minder zorg nodig
Om de groei van het aantal ouderen die zorg nodig hebben het hoofd te bieden, zijn voor 2040 450.0000 levensloopbestendige woningen nodig, zegt financieel dienstverlener Achmea in het AD.
Het pleidooi is niet nieuw, er wordt al decennia gesproken over woningen waar mensen zonder grote verbouwingen kunnen blijven wonen, ook als ze ouder worden, ziek worden of een beperking hebben. De urgentie is nu wel groter dan ooit volgens Jeroen Kemperman van Achmea-zorgverzekeraar Zilveren Kruis.
Dicht bij elkaar in de buurt
Kemperman heeft een prognose laten maken door experts. Met 450.000 levensloopbestendige woningen zijn er 105.000 minder mensen in de zorg nodig en 130.000 minder mantelzorgers doordat er bijvoorbeeld geen tuin of groot huis is om te onderhouden. Die woningen moeten dan wel dicht bij elkaar in de buurt staan, zoals in een appartementencomplex, in nieuwe woonwijken of aan hofjes.
Ook voorzieningen in de buurt
Levensloopbestendig is meer dan alleen brede deuren zonder drempels. Er moeten genoeg voorzieningen zoals winkels en een apotheek op loopafstand zijn, er moet een centrale tuin of ontmoetingsplaats zijn en er moet een beetje reuring zijn, zodat de bewoners niet alsnog binnen zitten te verpieteren.
Geld van pensioenfondsen
Achmea roept gemeenten op alles op alles te zetten om de helft van de nieuwe woningen levensloopbestendig te maken. Vastgoedbelegger Syntrus Achmea wil zelf jaarlijks zo’n tweeduizend levensloopbestendige woningen laten bouwen. Tettero: “Dat doen we met geld van pensioenfondsen. Die kijken ook naar het maatschappelijk rendement van hun beleggingen.” Hij schat dat ongeveer twee derde van de 450.000 levensloopbestendige woningen koop zal zijn, ruim 50.000 vrijesectorhuur en ruim 75.000 sociale huur.
Nu vaak onmogelijke keuze
Volgens Achmea is er enorme vraag naar woningen met goede zorg. Heel de woningmarkt heeft er baat bij als die op grote schaal worden gebouwd. Tettero in het AD: “Een deel van de ouderen wil zelf echt niet verhuizen, maar veel ouderen die dat wel willen, kunnen dat niet omdat er nu nauwelijks woonalternatieven zijn. Het is vaak een onmogelijke keuze: óf blijven wonen in de eengezinswoningen terwijl ze nog maar met zijn tweeën of alleen zijn óf het verpleeghuis. Dat moet veranderen.”