Beter voorbereiden op dubbele vergrijzing

Nederland moet actief beleid voeren voor een „gematigde bevolkingsgroei” tot maximaal 19 tot 20 miljoen inwoners in 2050 om brede welvaart” te behouden. Dit adviseert volgens NRC de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 in een rapport.

De onafhankelijke commissie onder leiding van Richard van Zwol, staatsraad bij de Raad van State, is ingesteld om te onderzoeken wat gevolgen van bevolkingsontwikkeling kunnen zijn en welk beleid de regering het best kan voeren.

Bij een sterke bevolkingsgroei, tot het hoogste scenario van 22,8 miljoen inwoners in 2050, is er „schaarste, hinder en ergernis”. De sociale ongelijkheid groeit, wat het vertrouwen in de rechtsstaat kan schaden. Grotere verschillen kunnen ook de solidariteit in de samenleving aantasten, het fundament voor het sociale zekerheidsstelsel.

Betaalbaarheid zorg onder druk

Nederland moet zich ook beter voorbereiden op de ‘dubbele vergrijzing’, meldt NRC uit het rapport: er komen meer ouderen, en meer 80-plussers. Meer ouderen betekent een groter beroep op de zorg, terwijl die sector blijft kampen met personeelstekorten. Ook komt de betaalbaarheid van de zorg onder druk, omdat de beroepsbevolking zal stagneren.

Flexibele bouwcultuur

De bevolkingsontwikkeling vraagt om een flexibele „bouwcultuur” richting 2050. Door de vergrijzing zijn er meer gelijkvloerse appartementen nodig, en woningen met zorg en winkels in de buurt. Maar na tien, vijftien jaar zal de vergrijzing stagneren of licht afnemen als de babyboom-generatie uitsterft, en zal de vraag veranderen.

Sterk opschalen

Als het aantal alleenstaande ouderen weer afneemt, vlakt ook de totale vraag naar eenpersoonshuisvesting (geraamd op 3,2 tot 4,5 miljoen in 2050) af. Voor de woningbouw kan dit „verregaande gevolgen” hebben. De productie moet eerst sterk opgeschaald worden naar een decennium van 100.000 woningen per jaar.

Schrik over grote ongelijkheid

Wat bij commissievoorzitter van Zwol “toch hard binnen kwam”, zegt hij in een interview in NRC, is “bijvoorbeeld de ongelijkheid in de vergrijzing. We worden gemiddeld ouder en zijn langer productief, dat is goed nieuws. Maar dat de levensverwachting in goede gezondheid in Rotterdam-Zuid tot veertien jaar lager kan zijn dan in Amsterdam-Zuid, daar schrik ik toch van.”