Waarom Herman van Veen niet stopt

In maart werd Herman van Veen 77 en nog steeds is hij druk, ‘hártstikke druk’. Dit weekend trad hij op in Freiburg, Karlsruhe en Stuttgart, volgende week in Düsseldorf en Leipzig, daarna volgt Oostenrijk en in juni zijn de Nederlandse theaters weer aan de beurt.

Van Veen denkt dat hij over de dood schrijft ‘om het aan te kunnen’, zegt hij in de Volkskrant in een interview bij gelegenheid van de verschijning van zijn nieuwe boek: Moeders.

Moment suprême

‘Je probeert haar te ontwijken, te voorkomen, terwijl je weet dat het niet kan. Over het leven dat je leidt, heb je in zekere zin iets te zeggen. Maar er komt een moment suprême waarop je die zeggenschap kwijt bent, dan wordt er voor je beslist, dan is het klaar. Ik kan de dood heus wel rationaliseren, maar ik stel het liever zo lang mogelijk uit. Je wilt dat boek nog lezen, die wandeling maken, die kinderen zien; al die dingen waarin je fascinatie en je geluk zitten.’

Terzijde schuiven

Door te blijven schrijven en plannen te maken, kun je mogelijke problemen terzijde schuiven, zegt  Van Veen in de Volkskrant. ‘Mensen vragen weleens wanneer ik stop en ik snap die vraag, maar het zou in mijn geval bijzonder ongezond zijn.’

Digitaal veel te ingewikkeld

Schrijf Herman van Veen weleens achter de laptop? ‘Nooit, ik doe niets digitaals. Veel te ingewikkeld. Daar komt bij: in zo’n schrift zie ik in welke mood ik was toen ik iets opschreef, of ik haast had en dergelijke, dat gaat bij de computer niet lukken.’