Vitality Club in elke wijk op te zetten

In een Vitality Club sporten oudere buurtgenoten samen in de buitenlucht, en coachen elkaar. Dit blijkt te werken: de deelnemers blijven terugkomen en voelen zich fysiek en mentaal gezonder.

Maar kun je dit soort clubs in elke wijk helpen opzetten, en weer loslaten zo gauw de groep op eigen benen staat? Uit onderzoek van Leyden Academy on Vitality and Ageing blijkt dat dit mogelijk is. De onderzoekers publiceren hun bevindingen in het decembernummer van wetenschappelijk tijdschrift Preventive Medicine Reports.

Drie beweegclubs opgericht

In eerder onderzoek werd vastgesteld dat de Vitality Club een effectieve en veelbelovende interventie is: het is immers relatief goedkoop (geen betaalde krachten) en schaalbaar (het zou in elke wijk moeten kunnen). De eerste beweegclub die werd onderzocht in het Gelderse Ulft, was door ouderen zelf opgericht. Maar kun je als beleidsmaker of zorg- en welzijnsprofessional ook zelf een Vitality Club helpen opzetten? Als experiment hebben onderzoekers van Leyden Academy drie Vitality Clubs opgericht en in de opzetfase begeleid.

Enorm potentieel

Volgens David van Bodegom, onderzoeker bij Leyden Academy en hoogleraar Vitaliteit aan het LUMC, bieden de Vitality Clubs een enorm potentieel voor de samenleving: “Eigenlijk zou elke wijk in Nederland een Vitality Club moeten hebben. Ons onderzoek was erop gericht om te zien of we de clubs een handje kunnen helpen – en ook snel weer loslaten, zo gauw deze levensvatbaar zijn. Dat blijkt dus goed te werken. Het is een model dat navolging verdient, om meer mensen te helpen om gezonder en plezierig ouder te worden.”