Toen ik 70 was had ik een prachtig netwerk

Makkelijk gezegd van minister Helder dat ouderen over hun toekomst moeten praten. Vaak is er nauwelijks vangnet, constateert Trouw uit reacties van lezers.

Zelf uitzoeken

“Toen ik 70 was had ik een prachtig netwerk, intussen ben ik 93 en is er van dat netwerk niets meer over. Mét mij is iedereen ouder geworden, of overleden of zelf iets gaan mankeren. De overheid heeft verzorgingshuizen gesloten en we moesten maar thuis blijven wonen. Zonder de daarbij nodige zorg fatsoenlijk te regelen. En nu moeten we het zelf maar uitzoeken!”

En nu heb ik niets

“Toen ik in 1968 op mezelf ging wonen, gaven mijn ouders me de raad mee me in te schrijven voor een bejaardenhuis wanneer mijn leeftijd het toeliet. In 2013 was het zover. Op dat moment werden de bejaardenhuizen echter gesloten. De zorg die ik nodig heb bestaat niet meer. 45 jaar lang heb ik me bewust bezig gehouden met de zorg voor mijn oude dag. En nu heb ik niets.”

Allen van onze leeftijd

“Wij verhuisden naar een seniorenappartement toen we nog geen 80 waren. Inmiddels zijn we de 90 gepasseerd en verblijft de één in een verzorgingshuis. Gelukkig dichtbij. De kinderen wonen op afstand. We hebben ze toch opgevoed tot zelfstandige mensen? Vrienden? Allen van onze leeftijd. Ziekelijk of inmiddels alleen en niet (meer) in de buurt.”

Kon ik ze maar oproepen

“Een netwerk opbouwen: ik kijk naar mijn buffet, waar de fotootjes staan van dierbare overleden familieleden en 5 vriendinnen die ik verloor door de dood en dementie. Kon ik ze maar oproepen. Oudste zoon heeft een druk gezin. Jongste zoon staat vaak genoeg in de file om mij te bezoeken, maar helaas: kan ook niet altijd zijn huishouden achter laten. Nu ben ik 81 en denk aan dat voorbije netwerk.”