Je krijgt geen les in ouder worden
‘Je wilt jong zijn en blijven meedoen, maar op een gegeven moment wordt je duidelijk te verstaan gegeven dat je daar niet meer voor in aanmerking komt’, zegt Freek de Jonge (bijna 80, binnenkort verschijnt zijn boek Zeeuwse jaren) in AD Magazine. ‘En je krijgt geen les in ouder worden. Dus aan mensen van onze leeftijd moet je nooit vragen hoe het gaat, want dan krijg je uitvoerig alle kwalen opgesomd.’ Zijn vrouw Hella (75): ‘Jij wilt geen medelijden opwekken, maar je loopt in het Antoni van Leeuwenhoek, je bent gewoon een kankerpatiënt.’
Wij doen het zó
‘’Het gaat tegenwoordig veel over ‘aan en uit staan’. Wij staan gewoon nog permanent áán’, zegt Freek de Jonge in AD Magazine. Hella: ‘Het interesseert me geen zak hoe leeftijdsgenoten het doen. Wij doen het zó. Ik wilde per se op mijn 75ste die expositie en dat is me ondanks allerlei ziekenhuisopnamen gelukt. Zoals Freek dat boek in z’n kop had en alsnog af heeft gekregen. We vallen niemand lastig met onze gedrevenheid. Sterker nog: ik heb er plezier in het leven door gevonden.’
Nog altijd dat verliefde gevoel
Hella de Jonge vertelt in AD Magazine ‘nog altijd dat gekke verliefde gevoel’ te hebben. Maar dus na 55 jaar ook nog fysiek verlangen? Hella: ‘Dat is allemaal minder makkelijk met prostaten en zo, maar het is er nog altijd, ja. Daarom ging Freek ook niet naar de dokter toen hij last kreeg. Hij was heel bang dat het na een operatie klaar zou zijn.’ Freek: ‘Dat het tot impotentie zou leiden.’ Hella: ‘Godzijdank viel dat allemaal reuze mee.’ Na 55 jaar erger je je toch vast weleens helemaal kapot aan elkaar? Freek, meteen: ‘Nee.’ Hella, glimlachend: ‘Gelukkig hebben we een groot huis.’
Als een van de twee wegvalt
Hella de Jonge: ‘Tijdens onze wandelingen hebben we het er natuurlijk over: wat als een van de twee wegvalt? Ik denk eerlijk gezegd dat ik dat nu al heb geaccepteerd. Net als met je kinderen: je weet dat ze de deur uitgaan als ze achttien zijn. Toen dat zover was, vond ik het dus heel logisch. En ik heb nu al besloten dat ik Freek hier niet enorm ga zitten missen, nee: ik leef nú. Ik heb nú een leuke man.’