Ik steek mijn kop liever in het zand

Zangeres en radiomaker Marlous Lazal (61) heeft haast, vertelt ze in NRC. Ze wil niet weten of ze, zoals haar ouders, dementie zal krijgen.

“Nu ik de zestig ben gepasseerd, komt de gedachte steeds vaker op dat ik nu aan de beurt ben. Helemaal als ik niet meer weet of ik bijvoorbeeld die ochtend wel of geen pil heb ingenomen. Of als ik niet meer op iemands naam kan komen. Ik krijg dan meteen associaties van mensen die overal briefjes ophangen zodat ze nog weten wat voor dag het is. De schrik slaat mij dan om het hart. Is het al begonnen? Hoelang zal ik nog hebben voor de ziekte toeslaat?”

Durf mij niet te laten onderzoeken

Het lijkt Marlous Lazal verschrikkelijk om geen controle meer te hebben en alle houvast kwijt te raken, zegt ze in NRC. “Toch durf ik mij niet te laten onderzoeken. Ik steek liever mijn kop in het zand. En houd mij naïef vast aan populaire kletspraatjes als ‘dat ziektes een generatie kunnen overslaan’.”

Het zou het op mijn 68ste kunnen beginnen

Tegelijkertijd heeft zij haast. “Wil ik alles nog doen zolang ik dat nog kan. Want in het worst case-scenario zou het op mijn 68ste kunnen beginnen. Dus moet ik niet treuzelen. Niet wachten. Ik heb geen bucketlist, maar er zijn wel verlangens. Wensen. Zo zing ik bijvoorbeeld al jaren in het Spaans, maar wilde ik al heel lang een Nederlandstalige plaat uitbrengen. Ook wilde ik graag een boek schrijven. En het theater weer in.”

Niet aan de urgentie ontsnapt

Eind vorig jaar was het boek er. En de plaat. En nu tour ik met een kwartet door het land met ‘Zij van het Noorden’. Dingen die ik graag nog wil en wilde doen voor het niet meer mogelijk zou zijn.” En het is gelukt, zegt Lazal in NRC, “omdat het onmogelijk was om aan die urgentie te ontsnappen.”