De fietsende oudere is een ramp op wielen
Onder de ze kop schrijft Rosanne Hertzberger over ouderen en de fietshelm in haar NRC-column over de raakvlakken tussen wetenschap en het dagelijks leven.
Zij wordt vrolijk van “de colonne geriatrische vitaliteit die daar voorbij trapt. Maar ik zie ook een statistiekje voorbijfietsen dat onze Nederlandse informele vrije fietscultuur in gevaar brengt. Niets mag in deze wereld ooit gevaarlijker worden.”
Er breekt voor de columnist “een dag aan dat wij onze onveiligheid moeten gaan beschermen en in opstand moeten komen tegen de betuttelende veiligheidscultus vanuit het ziekenhuis”.
Aan alles is gedacht
Hertzberger zag het Nederlandse pensioenvolk kilometers lang door de polder op e-bikes van vierduizend euro. “Ze zagen er dolgelukkig en gezond uit en zijn tot op de tanden bewapend en beschermd.” Aan alles is gedacht. En toch is nog steeds niet elk risico weggenomen: De neurologen en verzekeraars, verenigd in ‘artsen voor veilig fietsen’ zien het hoofdschuddend aan, want ze dragen niet allemaal een helm. “Waar wij een generatie vitale ouderen zien, zien zij een stoet potentiële verkeersslachtoffers en Interpolis voornamelijk een stijgende kostenpost.”
Als oudere in opstand komen
De cijfers pleiten altijd vóór een helm en het dragen kost niets vanuit het ziekenhuis bezien, zeker niet wanneer het wordt afgezet tegen het voorkomen leed. “En toch zou ik als oudere ergens een keer in opstand komen”, schrijft Hertzberger in NRC. “Voor elke oudere fietser met hersenletsel zien de neurologen ongeveer tien patiënten met beroertes en TIA’s. Weet u wat daar tegen beschermt? Juist, bewegen, fietsen.”
Uitstekend nieuws
“De cijferaars kunnen precies berekenen wat al dat roekeloze gefiets ons wel niet kost. Ondertussen blijkt dat dankzij de elektrische fiets de oudere vaker is gaan fietsen, en verder”, aldus de NRC-columnist. “Al die ongevallen weerspiegelen voor haar uitstekend nieuws: de Nederlandse oudere is gezond, beweegt, ziet nog eens iets, komt nog eens ergens en geniet met volle teugen van het pensioen.”