Praten over levenseinde niet altijd makkelijk
Iets meer dan de helft van de 70-plussers die deelnamen aan een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland over het naderende levenseinde heeft nog geen gesprek gevoerd met een zorgverlener over dat levenseinde. Het merendeel omdat ze daar nog geen behoefte aan hebben.
Huisarts meest vertrouwd
Wie wel zo’n gesprek wil – een op de drie – vindt het moeilijk er over te beginnen, of is er nog niet klaar voor. Ze willen pas praten over het levenseinde als dat zich aandient, of ze vinden het moeilijk om nu al een gesprek met een zorgverlener daarover aan te gaan. Wie dat wel wil, kiest doorgaans voor een gesprek met de huisarts, als meest vertrouwde zorgverlener.
Tijd nog niet rijp
Wie (nog) geen behoefte heeft aan een gesprek met een zorgverlener vindt de tijd daarvoor nog niet rijp. Ze willen er niet over praten met derden, denken er nog niet over na, of praten er al over met familie of naasten.
Tijd en ruimte
Mensen die wel een gesprek willen met een zorgverlener geven aan dat tijd belangrijk is bij zo’n gesprek. De zorgverlener, vaak is dat de huisarts, moet tijd en ruimte krijgen en nemen om gesprekken te voeren over de laatste levensfase en proactieve zorgplanning.
Proactieve zorgplanning
Voorlichting over het levenseinde moet zich volgens de Patiëntenfederatie ook richten op de vraag waarom het nodig is om, ook als je er misschien nog niet heel slecht aan toe bent, toch een gesprek te voeren over de laatste levensfase. “Want proactieve zorgplanningsgesprekken waarin vooruit wordt gekeken, kunnen er aan bijdragen dat mensen de zorg krijgen die past bij wat zij belangrijk vinden in het latere leven.”