Onderzoek spreken over het levenseinde
Het nadenken over het levenseinde komt vaak op gang door ziekte van de persoon zelf en of van een naaste, overlijden van een naaste of het proces van het ouder worden. In hoeverre voeren mensen gesprekken over het levenseinde en met wie en welke knelpunten komen ze tegen bij de gesprekken met de huisarts of praktijkondersteuner?
De Patiëntenfederatie heeft onderzoek gedaan naar het gesprek over het levenseinde in samenwerking met het ministerie van VWS. Het onderzoek is ook uitgezet via Mantelzorg.nl en de KBO-PCOB. 1.667 mensen hebben aan het onderzoek deelgenomen. De deelnemers zijn ofwel boven de 70, hebben een ernstige aandoening, of hebben een naaste in de laatste levensfase.
Negen op de tien deelnemers geven aan dat zij en of hun naaste wel eens nadenken over het levenseinde. Van deze groep geeft 83% aan dat zij en of hun naaste hier wel eens over praten. Deze mensen praten hier vooral over met hun kinderen (56%), hun huisarts (51%) en/of partner (47%).
Meerdere gesprekken
Het initiatief voor een gesprek met de huisarts komt voornamelijk van de patiënt of diens naaste. Huisartsen gaan er meteen over in gesprek tijdens een consult (51%) of maken een afspraak (19%). Regelmatig blijft het niet bij één gesprek: met de huisarts worden in de helft van de situaties meer gesprekken gevoerd, met de praktijkondersteuner in 57% van de gevallen. Voor een meerderheid werd het gesprek met huisarts en/of praktijkondersteuner als positief ervaren en leverde het iets op.