Een openhartig gesprek met de familie

Euthanasie en niet-reanimeer-beleid zijn er om ongeneeslijke patiënten een lang sterfbed te besparen. Maar hoe voorkomt men dat zijn naasten jarenlang voor hem of haar moeten zorgen, vraagt Alexander Rinnooy Kan (o.a. voormalig voorzitter van de SER) zich af in een opiniestuk in NRC.

Hoe om te gaan met de wens om het risico te minimaliseren dat de laatste levensjaren een ontluisterende ervaring zullen opleveren voor alle betrokkenen. Rinnooy Kan beschrijft in NRC hoe daarvoor de Amerikaanse hoogleraar Ezekiel Emanuel de aandacht in een geruchtmakend artikel 2014 in het tijdschrift The Atlantic onder de provocatieve titel Why I Hope to Die at 75. Zijn motief – het maximaliseren van de kans dat hij zijn omgeving de lasten en de ontluisterende neveneffecten van zijn fysieke en mentale aftakeling kan besparen – is volgens Rinnoy Kan alleszins begrijpelijk.

In gesprek rond 70ste jaar

Is deze discussie betekenisvol voor Nederland? Rinnooy Kan: “Het gaat hier nadrukkelijk niet om een nadere afbakening van euthanasie of ‘voltooid leven’, maar om de wens het leven zo lang mogelijk volwaardig te continueren als actief familielid of vriend, en om daar zo goed als dat gaat op te anticiperen: een waardige afronding.” Het is denkbaar, zo schrijft Rinnooy Kan in NRC, dat velen ruim voordat er een omslagpunt in die volwaardigheid in beeld lijkt te komen (bijvoorbeeld rond hun 70ste jaar) baat zouden kunnen hebben bij een openhartig gesprek met hun partner, kinderen en huisarts (een onmisbare bondgenoot) over dit onderwerp.

Onzekerheid vermijden

“Hoe liggen in een individueel geval de kansen op gezond oud worden en blijven, en welke risico’s op een juist ongewenste oude dag verschijnen aan de horizon? Wat daaruit ontstaat, kan worden opgeslagen in een levenstestament en gedeeld met de nauwst betrokkenen, al was het maar om onzekerheid te vermijden als er ooit onder tijdsdruk een knoop moet worden doorgehakt.”

Nadenken over een handleiding

Zou het zinnig zijn, zo besluit Rinnooy Kan het opiniestuk in NRC, eens na te denken over een handleiding voor zo’n gesprek, als voorzichtige aanduiding van een grens die getrokken kan worden rond een actief en betrokken leven? “Niet als dictaat, natuurlijk niet, maar als handvat voor wie aan dat idee een behoedzame poging tot invulling wil wagen?”