Ouderen onmisbaar, maar niet gehoord

‘Volgens het CBS telde Nederland op 1 januari 2023 2,79 miljoen mensen van 65 tot 80 jaar en 0,57 miljoen 80-plussers. Ook volgens het CBS zijn daarvan meer dan 1,5 miljoen ouderen die de maatschappij gratis of tegen een kleine vergoeding draaiende houden’, zo begint Frans van den Bogaard zijn brief aan het Eindhovens Dagblad.

‘Het is bijna niet meer voor te stellen als deze enorme groep, die allerlei werkzaamheden uitvoeren in ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, sport, musea, et cetera er mee zou stoppen. En dan moeten we ook zeker niet de grote groep vergeten, die buren ondersteunen als mantelzorgers. Slechts een week stoppen zou een enorme chaos in Nederland betekenen. Bijna zonder morren accepteren deze ouderen de ‘ouderen-discriminatie.’

Nederland failliet

Uitsluitend wordt er gesproken over de grijze golf, aldus Van den Bogaard in het Eindhovens Dagblad, maar als we deze oudereninzet financieel zouden maken, dan is Nederland failliet. “Mijn probleem is dat ouderen alleen maar als een grote last worden beschouwd, terwijl ze onmisbaar zijn. Nee we worden niet gehoord.”

Niet naar het Malieveld

Van den Bogaard schrijft over pensioenen, belastingen en de overwaarde van woningen “terwijl die alleen uit stenen bestaat en we verplicht worden om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, want voor ouderen worden nauwelijks woningen gebouwd. Enzovoorts enzovoorts. Ondanks al deze negatieve invloeden gaan ouderen niet naar het Malieveld, maar ze zijn natuurlijk niet blij.”

Zo en nu weer verder

Van den Bogaard schrijft in het Eindhovens Dagblad zelf te behoren tot de groep 80-plussers “en draai mijn rondjes nog steeds mee als voorzitter van de cliëntenraad bij een zorginstelling en als gids in Nuenen. Ik ga daar niet mee stoppen, maar ik hoop dat u begrijpt dat ik af en toe niet blij ben, maar wel mijn verantwoordelijkheid neem om deel te nemen aan het in standhouden van de maatschappij. Het tij kan dus gekeerd worden, maar dan zou de enorme inzet van ouderen beter moeten worden gerespecteerd. Wij blijven op onze post. Zo en nu weer verder………”