Meegaan in de vaart der volkeren

Gerda Blees schrijft in haar column in de Volkskrant over een stadje waarvan marktonderzoek had uitgewezen dat het er klaar voor was om mee te gaan in de vaart der volkeren: een nieuwe verbinding.

“Maar ben ik dan nog niet verbonden, hadden sommige, vaak oudere inwoners van het stadje zich afgevraagd bij het lezen van de folders over de nieuwe verbinding. Ja, hadden de jongeren gezegd, maar met koper. Met koper kan je geen film kijken en tegelijkertijd een online game spelen en videobellen met je kleindochter. Daar heb je glasvezel voor nodig, opa.”

Ik heb dat niet nodig

Ik heb dat niet nodig, hadden de ouderen gezegd, zo beschrijft Blees in haar column in de Volkskrant, ik heb genoeg aan de televisie, maar voor ze waren uitgesproken lag er al een nieuwe folder op hun mat, waarin stond dat hun straat de volgende werkdag aan de beurt was en dat de stoep voor hun huis zou worden opengemaakt omdat dat helaas niet anders kon.

Hoe het toch nodig werd

“Ik vind het niet nodig, herhaalden de ouderen, van wie sommigen nog jong waren, maar veel te klagen hadden ze niet.” In een halve dag was hun stoep weer dicht. De mensen in het stadje zouden langzaam, bijna ongemerkt, meegaan in de vaart der volkeren, eerst de enthousiaste seriekijkers en gamespelers, daarna de gezinnen met kinderen die allemaal tegelijk hun huiswerk moesten doen en ten slotte de mensen die het niet nodig vonden, want het zou uiteindelijk toch nodig worden, omdat het kopernetwerk niet snel genoeg meer zou zijn voor gewone activiteiten zoals het regelen van de temperatuur in huis, videobellen met hun kleindochter en het inzien van hun ziekenhuisdossier, en tegen die tijd zou er een nog snellere kabel worden uitgevonden, aldus de Volkskrant-columnist.