Het werd er niet leuker op in Nederland
Moslims in de Nour al Houdamoskee in Arnhem-Zuid zijn trots op wat ze hebben bereikt, maar ongerust over het toegenomen wantrouwen, meldt NRC uit een gesprek met ouderen in deze moskee.
De consensus deze middag is klip en klaar: het werd er niet leuker op in Nederland. In het algemeen niet – de mannen spreken van een groeiend wantrouwen dat in de samenleving geslopen is – en al helemaal niet voor moslims.
Na ’11 september’ werd alles anders
Ook in de jaren dat ze aankwamen trokken de mannen bekijks, vertellen de mannen eensgezind in NRC. „Maar dan als iets exotisch, iets interessants. En we kwamen iets brengen waar hier behoefte aan was: werk.” Na ‘11 september’ werd alles anders. Eén van de aangeschoven mannen zegt het beeldend: „Een collega gooide in de pauze op het werk een krant voor mijn neus. ‘Dit hebben jullie gedaan’, zei hij. Tsja, wat zeg je dan?”
Wijsheid komt met de jaren
„Wij waren toen wij hier aankwamen óók andere personen. Jonge mannen, vaak zonder gezin, die ook wel van het nachtleven hielden.” Wijsheid komt met de jaren, zegt hij, en ook wat hij omschrijft als vroomheid. „Toen wij hier kwamen waren er geen moskeeën en dus geen imams. Dus dan is het ook moeilijker je geloof handen en voeten te geven. Dat is nu anders.”
We waren géén jaknikkers
Het is waar, zeggen sommige ouderen in het gesprek met NRC, dat we de taal niet goed machtig waren. En ja, daar kon misbruik van worden gemaakt. Zo bouwden sommigen minder pensioen en AOW op dan hun Nederlandse collega’s, door de contracten die ze in die tijd hebben getekend. „Maar we waren géén jaknikkers.”
Weerbaarder geworden
Ruim twintig jaar in het beklaagdenbankje, met Wilders als aanklager voorop, lijkt de gemeenschap vooral weerbaarder te hebben gemaakt. „De jongeren van nu komen goed voor zichzelf op. En ze zijn veel serieuzer met hun geloof bezig dan sommigen van ons toen we hun leeftijd hadden.”