Is ouderenzorgbeleid wel toekomstbestendig?
De kabinetskoers om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen zal vastlopen als het aantal zorginstellingen niet fors wordt opgeschaald.
Dat stelt de Maastrichtse hoogleraar ouderengeneeskunde Jos Schols in de Telegraaf. Minister Conny Helder is volgens hem te positief over haar eigen beleidsvoornemens.
Fors investeren in formele thuiszorg
Opschaling van de zorg thuis kan nooit alleen opgevangen worden door de informele zorg of vanuit een gastvrije community care. Dus ook de formele thuiszorg zal zeker tot 2040 fors geïntensiveerd moeten worden, terwijl deze al jaren steeds zwaarder is belast doordat kwetsbare ouderen, na sluiting van de verzorgingshuizen, al veel langer thuis blijven wonen tot het echt niet meer kan.
Vrijwilligers niet direct voor zorgtaken
Digitalisering van de zorg, met name via beeldbellen en cliëntenmonitoring, zal bij mensen met een forse zorgvraag echt te weinig soelaas bieden. De minister is ook te positief over de inzet van de mantelzorg en overige informele zorg, bijvoorbeeld met vrijwilligers. Veel mantelzorgers doen nu al wat ze kunnen. Er is in de toekomst zeker een groeiend potentieel aan pensionado’s die echt niet alleen maar willen luieren én zich zeker ook nog nuttig willen maken, schrijft Schols in de Telegraaf, maar dan wel door het verrichten van taken die bij hen passen; én dat zijn niet direct zorgtaken, maar vooral aan welzijn gerelateerde activiteiten. “Vergeet bovendien niet dat meerdere sectoren een beroep op dit potentieel zullen doen.”
Meer passende ondersteuning
Niet alleen de zorg thuis maar ook de zorg in instellingen moet in de nabije toekomst een forse impuls krijgen, concludeert de Maastrichtse hoogleraar ouderengeneeskunde in de Telegraaf: Er moet intra- en extramuraal primair aandacht zijn voor slimmer werken met behulp van technologische ondersteuning die zorgvragers en zorgpersoneel zelf hebben uitgekozen, minder onzinnige bureaucratie en meer eigen zeggenschap, werkplezier en een betere beloning voor de zorgmedewerkers, alsmede een meer passende ondersteuning van de informele zorgers thuis én in instellingen.