De ene doodswens is de andere niet
Suïcidepreventie richt zich vaak op jongeren, maar er zijn ook ouderen die dood willen. Niet omdat ze hun leven voltooid achten, maar uit levenspijn waar misschien een oplossing voor is; de ene doodswens is de andere niet.
Dat schrijft Sisco van Veen (psychiater en onderzoeker bij Amsterdam UMC / 113 zelfmoordpreventie) in een artikel op persoonlijke titel in de Volkskrant.
Breed en overkoepelend gesprek
Voordat we het überhaupt kunnen hebben over een voltooid-levenregeling of zelfs over een makkelijk verkrijgbaar zelfdodingsmiddel, moeten we volgens Van Veen beter zorgen voor onze ouderen met suïcidale gedachten. “Oftewel: er is een breed en overkoepelend gesprek nodig over ouderen die dood willen.”
Beter samenwerken
Het is belangrijk dat de verschillende groepen die zich inzetten voor mensen met een doodswens beter met elkaar gaan samenwerken, aldus de psychiater in de Volkskrant: Voorvechters van een vrijwillig levenseinde moeten meer leren over psychiatrie, suïcidaliteit en suïcidepreventie. Hulpverleners die zich inzetten voor suïcidepreventie moeten zich verdiepen in het levenseindedebat.
Juridische ontwikkelingen
Ook moeten we volgens Van Veen kijken naar de juridische ontwikkelingen die momenteel spelen: de uitleg van de euthanasiewet, Coöperatie Laatste Wil die de Staat daagt, de initiatiefwet ‘voltooid leven’, structurele maatschappelijke investering in suïcidepreventie. “Op het oog allemaal losse ontwikkelingen, maar al deze wetten raken dezelfde groep mensen. Groot onderhoud lijkt daarom nodig.”
Nederlands als gidsland
Ook hebben we meer feiten nodig, zo schrijft psychiater Van Veen in de Volkskrant, om het aantal zelfdodingen bij ouderen te verminderen en om het maatschappelijke gesprek over ouderen die dood willen op een zinnige manier te voeren. “Waarom kiezen ouderen voor zelfdoding? Waarom willen ze daar hulp bij? Wat zijn factoren die we kunnen beïnvloeden? Staan ouderen überhaupt open voor alternatieven voor de dood? Als we als Nederland een gidsland willen blijven op het gebied van het levenseinde, behoeven deze moeilijke vragen een gedegen antwoord.”