‘Koopkracht loopt al tien jaar terug’
De staat eist ten onrechte dat pensioenfondsen grote buffers aanhouden. Daardoor worden pensioenen al jaren niet verhoogd, terwijl er wel voldoende geld voor is.
Dat hebben de Stichting PensioenBehoud (SPB) en ouderenorganisatie KBO-Brabant vrijdag betoogd voor de rechtbank in Den Haag. “Gepensioneerden zijn woedend omdat ze al 25 procent koopkrachtverlies hebben geleden”, zei SPB-voorzitter Erik Daae volgens het AD bij de bodemprocedure tegen de staat. De koopkracht loopt al tien jaar terug, betoogden de advocaten van de eisers.. Ook worden de risico’s van financiële tegenvallers nu al op de deelnemers afgewenteld. Daarvoor zijn dus ook geen buffers nodig, stelden ze. Dat is van belang voor de gepensioneerden.
Kortingen voorkomen
De landsadvocaat betwistte deze opvatting. Volgens hem is er wel degelijk sprake van een gegarandeerde uitkering. Dat die belofte niet altijd wordt waargemaakt, doet daar niets aan af. Bovendien mag de overheid extra buffereisen opleggen aan pensioenfondsen, betoogde de landsadvocaat. Dat kan juist voorkomen dat er bij elke tegenslag moet worden gekort op de pensioenen. De rechtbank doet op 10 februari uitspraak.
Wel of niet gegarandeerd?
Stichting Pensioenbehoud en KBO-Brabant hopen met de uitspraak een stok in handen te krijgen om de gemiste indexaties en kortingen van pensioenen van de laatste twaalf jaar aan te vechten. Follow the Money publiceerde op de dag van de zitting een groot artikel waarin wordt belicht hoe deze zaak illustratief is voor het gebrek aan vertrouwen in wat toch te boek staat als het beste pensioenstelsel ter wereld. ‘Zijn onze pensioenen nu wel of niet gegarandeerd?’
‘Onwaarheden over ons pensioen’
Ouderenorganisaties verzetten zich het meest tegen de gemiste indexaties en kortingen. Het zijn ook de mensen die al met pensioen zijn die dat koopkrachtverlies direct in hun portemonnee voelen, aldus FTM. Volgens Rob de Brouwer, auteur van ‘21 mythes en onwaarheden over ons pensioen’ (2017) en ook kaderlid van KBO-Brabant, wordt met de risicovrije rekenrente geld achtergehouden voor toekomstige generaties – terwijl dat geld in de vorm van uitgesteld loon is ingehouden op de salarissen van deelnemers en gepensioneerden. Pensioenfondsen moeten zich volgens hem met de rekenrente onnodig arm rekenen, waardoor ze de pensioenuitkeringen niet kunnen aanpassen aan de inflatie.