Zeventigers vonden ideale familieboerderij

Sinds twee jaar wonen Lida (72) en Bert (75) Wilms-Aardenburg en hun twee dochters en kleinkinderen allemaal samen op het Overijsselse platteland.

“Dit noemen wij de pleurisdeur”, lacht Lida Wilms-Aardenburg. Ze wijst op de plek binnenin de rietgedekte boerderij waarvandaan een trap voert naar een bovenwoning. Zelf wonen zij en haar man Bert (75) beneden, boven huizen oudste dochter Bernadette (48), haar partner, haar veertienjarige zoon en hond Keesje. Mochten Lida of Bert hulp nodig hebben dan kan dat dus binnendoor, via deze doorgang.

Dat is niet de enige weg waarlangs in de toekomst zorg geboden kan worden aan deze zeventigers, aldus Trouw. Buitenom kan ook, want in een verbouwde recreatiewoning iets verderop op het grote terrein bij de boerderij is jongste dochter Elisa (45) getrokken, met haar zoon van eveneens veertien en hondje Fien. De pleuris is vooralsnog niet uitgebroken en de balans slaat voor haar ouders eerder de andere kant op, vertelt dochter Elisa.

Drie woningen

Hun plan om te verhuizen met beide dochters ontstond zo’n vijf jaar geleden al, vertelt Lida. Ze woonden, evenals hun dochters, in het Groene Hart. Lida: “We begonnen over verhuizen naar het oosten te praten nog voor de coronatijd. Onze beide dochters waren gescheiden en alleen komen te staan, met hun kinderen, ze hadden huurhuizen. Die waren vochtig en oud en klein, met een hoge huur. In het westen maakten ze weinig kans op verbetering. Toen dachten wij: als wij nou ons huis verkopen en we zoeken een stukje grond in het oosten van Nederland, waar het betaalbaarder is, en waar we drie woningen kunnen realiseren. Dan wonen zij goed. En wij hebben misschien onze oudedagsvoorziening voor elkaar.”

Praathuis

Ze bespraken het idee met hun dochters, maar die waren niet meteen om, herinneren de ouders zich volgens Trouw. Toen dat wel het geval was, ging het snel. Ze voelen zich thuis in de omgeving, vertellen Lida en Bert, de overgang van het westen naar het oosten kostte hen geen moeite. Achter het woonhuis ligt het zogenoemde ‘praathuis’, een overdekte buitenruimte waar ook een buitenkeuken is geplaatst. Lida: “We hebben afgesproken eenmaal in de zes weken hier te eten met elkaar en dan te bespreken hoe het loopt. Je moet blijven communiceren, als er iets niet goed gaat, kunnen we dat uitpraten. Zodat er geen misverstanden ontstaan.”