Meer sociale benadering dementie
De aandacht voor de sociale kant van het dementiebeleid groeit. Dat zegt cultureel antropoloog Anne-Mei The, oprichter van Sociale Benadering Dementie (SBD), in Het Parool. Door middel van trainingen, voorlichting, een inloophuis en sociale benaderingsteams wil haar organisatie laten zien wat het oplevert als mensen met dementie niet alleen als patiënt worden gezien, maar ook als volwaardig mens en als gelijkwaardige gesprekspartner.
“We hebben namelijk snel de neiging om puur vanuit een medische of psychologische blik naar mensen met dementie te kijken,” zegt The. “Maar er is ook een sociaal aspect: dementiepatiënten voelen zich vaak buitengesloten en als ‘vreemd’ gezien, ze voelen zich tweederangsburger. Dat vinden sommige mensen nog erger dan de ziekte zelf.”
Sociale uitsluiting
Dat heeft weer te maken met de hardnekkige misvattingen over dementie, zegt The in Het Parool. “Je zou kunnen zeggen dat mensen met dementie voor ongeveer 60 procent functioneren, maar ze worden behandeld en gelabeld alsof ze niets meer kunnen.” Bovendien zorgt sociale uitsluiting er vaak voor dat mensen onzeker worden en in zichzelf gekeerd raken; dat gedrag wordt vervolgens vaak weer opgevat als een symptoom van de dementie, terwijl dat niet per se het geval is, zegt ze.
Zeker jaar langer thuis
Een bijkomstig voordeel van de SBD-aanpak – die er volgens The voor zorgt dat mensen zeker een jaar langer thuis kunnen wonen – is dat er niet alleen zorgpersoneel voor nodig is. De teams bestaan grotendeels uit mensen die sociaal en empathisch zijn, maar geen zorgopleiding hebben gevolgd. “Dat is handig, want er is juist een tekort aan zorgpersoneel.