Moeilijk debat over de zorg
“Nu komt het er dus op aan: we hebben een beperkte hoeveelheid geld en weinig personeel: hoe gaan we dat verdelen?”Dat zegt Wouter Bos, baas van zorgverzekeraar Menzis, in Trouw. “Ik denk dat het dan logisch is om meer samen te werken, vanuit een gedeeld belang: zorgverzekeraars moeten samen, mét zorgaanbieders, oplossingen zoeken.”
Afspraken maken
Dat is een grote stap, omdat concurrentie nu de basis vormt van het zorgstelsel. De zorgverzekeraar heet bovendien ‘de regisseur van de zorg’ te zijn. “Maar wat schiet de zorg ermee op als bijvoorbeeld vijf ziekenhuizen in dezelfde regio met elkaar strijden om dezelfde verpleegkundige voor de spoedeisende hulp? Kan je dan niet beter zeggen: het is voor de zorg beter om daar samen afspraken over te maken?”
Huisartsen genoeg
Het gaat uiteindelijk over de toekomst van een groot publiek goed, de zorg voor iedereen, redeneert Bos in Trouw. Huisartsen zouden vaker bijvoorbeeld moeten samenwerken in gezondheidscentra, vindt hij. “Want we hebben nu ruim 13.000 huisartsen in het land, dat moet genoeg zijn voor 17 miljoen inwoners.”
Ondankbare rol
Vraag is wel: wie neemt daarbij de voortrekkersrol op zich? Zeker bij controversiële, maar noodzakelijke besluiten – zoals ziekenhuissluiting – is dat een ondankbare rol. Bos denkt daarbij vooral aan de grootste, leidende verzekeraar uit de regio. Die moet met plannen komen, samen met de zorgaanbieders. “En komen ze er onderling niet uit, dan moet de minister beslissen.“
Schaars goed
Ook dat is een breuk met het verleden, waarin ministers wat graag de verantwoordelijkheid afgeschoven op zorgverzekeraars. Maar de situatie is nu zo nijpend, dat er echt iets moet gebeuren, vindt Bos volgens Trouw. “Ja, het wordt een moeilijk debat, de inrichting en toekomst van de zorg. Zeker als de minister tegenover Kamerleden uit de regio komt te staan. Maar zorg is een schaars goed, dat kan je niet in handen leggen van uitsluitend private partijen.”