Burenhulp ‘cruciaal’ om zorg te ontlasten
Om de zorgkosten in bedwang te houden moeten Nederlanders vaker een handje toesteken om een buur, familielid of vriend te helpen. Ze zijn daartoe massaal bereid, blijkt volgens de Telegraaf uit nieuw onderzoek van zorgverzekeraar VGZ, maar hebben last van schroom.
Boodschappen doen, een oogje in het zeil houden of meegaan naar een afspraak: uit onderzoek van Ipsos I&O, in opdracht van VGZ, blijkt dat ruim 80 procent van de Nederlanders bereid is een ander te helpen, ook als het geen directe familie is.
Zelf de basis vormgeven
Daadwerkelijk de stap zetten om hulp te bieden of te vragen blijkt nog lastig. “We hebben dat naar elkaar omkijken een beetje weg georganiseerd. En dat was achteraf gezien een beetje dom”, zegt Marjo Vissers, bestuursvoorzitter van VGZ. Maar die ‘buren’-hulp is cruciaal, benadrukt de VGZ-topvrouw in de Telegraaf: “Hiermee kunnen we voorkomen dat hulpvragen later zorgvragen worden en waarborgen dat de zorg toegankelijk blijft.” Daarbij is wel duidelijk: “Mensen willen geen gaten vullen in de zorg. Ze willen zelf bepalen hoe ze met elkaar de basis vormgeven.”
Voorzorgcirkels
Vissser loopt al een heel tijdje mee in de zorg en heeft niet eerder een tijd meegemaakt waarin er zoveel eensgezindheid was over noodzakelijke veranderingen in de zorg. “Niet alleen onder zorgverzekeraars, maar ook onder zorgaanbieders. Iedereen ziet welke kant het op moet.” Ze wijst er in de Telegraaf op dat het ‘wel degelijk zijn vruchten afwerpt’. “In de regio Mooi Maasvallei, op de grens van Noordoost-Brabant en Noord-Limburg, hebben we ingezet op voorzorgcirkels, dat zijn kleine netwerkjes van buurtbewoners die een beetje naar elkaar omkijken, iets voor elkaar doen, soms medicijnen ophalen en soms zelfs iemand de steunkous aantrekken. We zien dat het bezoek aan de spoedeisende hulp in die regio met 11 procent afneemt en dat 25 procent van de vragen die voorheen binnenkwamen bij een huisarts nu in de wijk opgelost worden.”