Zorgminister: denk meer na over je toekomst
Zestigplussers die zich goed voorbereiden op hun ouderdom, hebben later vaak minder zorg nodig, stelt minister Conny Helder in Trouw.
Uit onderzoek in opdracht van haar ministerie blijkt dat slechts de helft van de mensen tussen de 60 en 75 jaar met de omgeving (familie en vrienden) praat over de toekomst. “Het onderliggende gevoel is dat het wel opgelost zal worden”, zegt zorgminister Helder. Dat is natuurlijk helemaal niet vanzelfsprekend, benadrukt ze in Trouw, wijzend op de enorme personeelstekorten. “Daarom starten we de mediacampagne ‘Praat vandaag over morgen’.”
Voorbereiden en fit blijven
In zo’n gesprek moet vooral de toekomst van ouderen centraal staan. Hoe zie je die voor je? Wat verwacht je daarvan en hoe bereid je je daarop voor? Maar ook: hoe blijf je zo lang mogelijk fit? “Het is heel simpel, use it or lose it. Het gaat langer beter met je als je fysiek actief blijft, je brein stimuleert en sociale contacten onderhoudt.” Dat past niet alleen bij wat de moderne burger wil, het ontlast ook de zorgmedewerkers, redeneert de minister.
Huis aangepast
Neem bijvoorbeeld huisvesting. Tachtig procent van de mensen tussen de 60 en 75 denkt over tien jaar nog steeds te wonen in de huidige woning. Maar wat is daar dan voor nodig? Zelf zette Helder, die 65 jaar oud is, daartoe ook al stappen, vertelt ze in Trouw. Haar huis is aangepast, zodat wonen op alleen de begane grond mogelijk is. “Mijn man is huisarts en we realiseren ons beiden wat er allemaal nog kan gebeuren.” Bij dat toekomstgesprek hoort ook de vraag: wat als ik het niet alleen meer red?