Zorg anders, maar niet schraler

Hoe blijft de ouderenzorg in de toekomst overeind? Door vaker iets ‘niet doen’. Dat is vaak zelfs beter voor de oudere medemens, zegt bestuurder Hendrik Jan van den Berg van de christelijke Lelie zorggroep in dagblad de Stentor.

De zorg wordt anders, niet per se schraler, aldus de topman van de organisatie die  met bijna 5000 medewerkers ouderenzorg biedt op 50 plekken tussen Kampen en Goes. Hij verkondigt liever een hoopgevende boodschap. “We gaan vaker iets ‘niet doen’. Dat is heel anders dan ‘niets doen’. Wel wat het beste past bij deze tijd.” Daarbij gaat het om: zelfredzaamheid, vaker thuis, virtuele zorg en AI en robots.

Meer levenskwaliteit

Zelfredzaamheid vergroot de eigenwaarde en geeft meer levensvreugde, merkt Van den Berg op in de Stentor. Uit een onderzoek van de Lelie zorggroep bleek vorig jaar dat wanneer een zorgmedewerker komt schoonmaken en af en toe vraagt op te staan om met iets kleins te helpen, dan blijft die cliënt vitaler. “Dat scheelt 20 procent in de zorgvraag. Dat is wat beweging met je doet, het zorgt voor meer levenskwaliteit.”

Virtuele zorg erg gewaardeerd

Langer thuis wonen is met nieuwe technieken steeds vaker mogelijk. Waar het gaat om virtuele zorg biedt der Lelie zorggroep nu tien digitale oplossingen voor zorg op afstand. “Daar maken 1200 cliënten al gebruik van. Dat is een derde van onze cliënten die wijkverpleging ontvangen. Best veel dus.”  Onderzoek laat volgens Van den Berg zien dat cliënten virtuele zorg erg waarderen. “U zou misschien denken dat mensen virtuele zorg als verlies of verarming ervaren. Niets is minder waar. Ze vinden dat ze daardoor juist zelfstandiger kunnen blijven leven.”

AI nieuwe gouden standaard

Het benutten van de mogelijkheden van AI wordt in de toekomst de nieuwe gouden standaard, zegt de bestuurder van de Lelie zorggroep in de Stentor. “Over 10 of 15 jaar is er niet alleen meer mogelijk, maar kijken we daar ook anders tegenaan. Dat ging net zo met virtuele zorg. Dat ontstond niet uit noodzaak, maar door een student verpleegkunde die dat bij ons wilde proberen. Het werd een doorbraak. Wij waren de eerste die daarmee begonnen. Nu is dat overal.”