Waarde toevoegen aan leven, wonen en werken
Hoe leven, werken en zorgen we met elkaar in 2040? En wat kunnen we leren van initiatieven die nú al de handschoen oppakken? De SER spreekt met bewoners, ondernemers en vrijwilligers over brede welvaart en het kwartaalmagazine van de SER doet daarvan verslag.
SER-voorzitter Kim Putters gaat het land in. Hij begon in zijn woonplaats Hardinxveld-Giessendam, de volgende halte is Houten. In Hardinxveld-Giessendam is verpleeghuis Tiendwaert van Rivas Zorggroep een van de locatie die worden bezocht. Wanneer Putters daar binnenkomt, treft hij Edward Thorig die de korstjes van een boterham haalt voor zijn vrouw Angela – die op hun beurt weer dankbaar in ontvangst worden genomen door de twee hondjes van het echtpaar. Angela heeft dementie en is een van de bewoners van Tiendwaert. Echtgenoot Edward is hier twee keer per dag. In de middag voor de broodmaaltijd en de lichamelijke verzorging, en in de avond voor opnieuw de verzorging en het avondeten. “Mensen denken dat ik op bezoek ga, maar dat is niet zo. Het is verzorgen, alles geven wat je kan. Ik wil dat mijn vrouw voldaan en met een volle buik naar bed gaat.”
Al middenin de zorgkloof
Tiendwaert kan putten uit een team van zestig vrijwilligers. En die zijn hard nodig, signaleert Putters volgens het magazine van de SER tijdens zijn bezoek. Locatiedirecteur Meinja van den Dool is erg blij met de vrijwilligers, maar ziet dat het systeem nog niet helemaal vlekkeloos verloopt. “We stevenen op een zorgkloof af, zegt de buitenwereld. Maar we zitten er al middenin.” Met de vergrijzing in Nederland zijn de komende twintig jaar zevenhonderdduizend extra zorgmedewerkers nodig. ‘Ik wil mijn naasten bij me als ik ouder word, en jij ook denk ik’
Oplossen in goede dialoog
Op zijn beurt concludeert de SER-voorzitter: “De grote vraagstukken van de gezondheidszorg kunnen we alleen in een goede dialoog oplossen. We moeten kijken naar wat er belangrijk is voor bewoners, verzorgers en zorgprofessionals.”