‘Verpleeghuis kan zieker maken’

In het debat over de beste manier om ouderen met dementie te huisvesten durft Hilde Verbeek de stelling aan dat ‘verpleeghuizen mensen zieker kunnen maken’. De hoogleraar Zorgomgeving voor Kwetsbare Ouderen aan de Universiteit Maastricht vindt de huidige zorgomgeving van kwetsbare mensen allesbehalve optimaal. Met haar onderzoekslijn hoopt ze die te verbeteren, vertelt zij in dagblad De Limburger.

115 bewoners van verschillende reguliere verpleeghuizen, zorgboerderijen en kleinschalige woonvormen voor ouderen in Limburg en Brabant werden een poos gevolgd. “Deze mensen zaten allemaal in dezelfde vergevorderde fase van dementie en hadden dus evenveel zorg, bijvoorbeeld bij het wassen en aankleden, nodig. Wat bleek: bij de verpleeghuizen waren bewoners 50 procent van de tijd passief. Ze zitten maar te zitten. Doen gewoon niks. Bij de kleinschalige vormen en zorgboerderijen is dat een kwart.”

Stimuleren iets te doen

Mensen met dementie worden apathisch. “Ze raken onderprikkeld, doen niets meer. Daarom moet je ze meenemen. Ze stimuleren iets te doen.” En dat gebeurt, vooral in verpleeghuizen, veel te weinig, is de conclusie van de Maastrichtse hoogleraar. Met haar nieuwe leerstoel hoopt ze hiervoor een pad te effenen. “Dat is nodig, want heel veel mensen worden ouder en ze krijgen zwaardere problemen. Iedereen zegt: je moet zo lang mogelijk thuis wonen en het beleid is daarop gericht. Maar je ziet dat als ouderen in een bepaald stadium van dementie komen, de thuisomgeving niet meer is ingericht om ze te ondersteunen.”

Veel mensen doen niet mee

En dan gaan ze meestal noodgedwongen naar een verpleeghuis. “Wat je ziet, is dat het dagelijks leven in de reguliere verpleeghuiszorg, uitzonderingen daargelaten, vrij passief is.”

Het personeel – dat echt de beste bedoelingen heeft, zegt Verbeek in De Limburger- is zich hier vaak niet van bewust. “We hebben hier toch tal van activiteiten, zeggen ze dan. Dat klopt. Maar ons onderzoek laat zien dat slechts een paar mensen meedoen, heel veel niet.”