Sterk netwerk eerstelijnszorg cruciaal
Hoogleraar Ouderenzorg Hein van Hout (Amsterdam UMC) wijst in zijn oratie op het grote belang van een goede samenwerking in de eerstelijnszorg.
De leerstoel van Van Hout richt zich op het begeleiden van ouderen met een kwetsbare gezondheid en beperkingen. De titel van zijn oratie: ‘Zorgen voor ouderen, tussen droom en werkelijkheid’.
Kennis vertalen naar acties
Betere begeleiding en ondersteuning kan door enerzijds beslissingen beter te onderbouwen met een systematische beoordeling van iemands gezondheid en anderzijds door de organisatie van zorg te versterken: hoe kunnen de vele professionals in de eerstelijnszorg effectief samenwerken? “Hoe werkt een doelmatige thuiszorgorganisatie? Daar is veel winst te behalen als we onze kennis beter vertalen naar acties.”
Kosten snel terugverdiend
In een experiment was een klein effect op beter behoud van dagelijks functioneren te zien, met name bij de meest kwetsbare personen, aldus de Amsterdamse hoogleraar in zijn oratie. “Dat effect werd sterker na verloop van tijd. Huisartsen voelden zich ontlast dankzij de praktijkverpleegkundige. De kosten voor de inzet van verpleegkundigen en andere professionals werden binnen anderhalf jaar terugverdiend.” In andere studies is te zien dat betere continuïteit van zorg door de huisarts op de langere termijn samenhangt met minder ongeplande ziekenhuisopnames en een betere levensverwachting.
Thuis opvangen lukt lang niet altijd
Van Hout vindt het jammer dat ‘de uitrol en financiering van deze aanpak wankel blijft’. Het aantal bedden voor woonzorg in Nederland groeit al jaren niet mee met het aantal ouderen. Beleid is om mensen langer dan voorheen thuis op te vangen. Dat sluit ook aan bij de wens van de meeste ouderen zelf. “En toch lukt het lang niet altijd. De realiteit is dat bijvoorbeeld 9 van de 10 personen met dementie op een gegeven moment in een zorghuis terechtkomt.”