Politiek taboe kwaliteitsjaren boven 85

Eén manier om de zorg te begrenzen is het verlies aan ‘kwaliteitsjaren’ minder bepalend te laten zijn, schrijft Adriaan Bins (internist- oncoloog Amsterdam UMC) in NRC in een opiniestuk over de principes achter het basispakket in de zorg

“Stel’, schrijft Bins, “en zo onrealistisch is dit niet: er komt een pil die de kans op dementie verkleint, geschikt voor alle gezonde ouderen vanaf 85 jaar. Daarmee wordt dementie voorkomen – en dus een enorm verlies in kwaliteit van leven, voor vier van de vijf jaren die deze ouderen gemiddeld nog rest. En dat is niet mild, dat is ernstig: want hier worden vier van de vijf mogelijke kwaliteitsjaren ‘gered’, ofwel 80 procent. Volgens de meetlat van het Zorginstituut mag hieraan dan 80.000 euro per gewonnen kwaliteitsjaar uitgegeven worden: dus vier keer zoveel als aan de long-covid-pil.”

Positieve leeftijdsdiscriminatie

Dit voorbeeld is gechargeerd, aldus Bins in NRC, maar er gaat volgens hem een belangrijke vraag achter schuil: vinden we ‘kwaliteitsjaren’ boven de 85 echt veel meer waard dan dezelfde jaren op je vijftigste? “Onafhankelijk van het antwoord op die vraag kunnen we toch concluderen dat dit een bijzondere manier is om na te denken over leeftijd. Zijn we uit angst om ouderen te discrimineren doorgeschoten naar het tegenovergestelde: positieve leeftijdsdiscriminatie?”

Politiek taboe

Grenzen aan de zorg raken aan grenzen van het leven, merkt Bins op. “Hoewel hierover maatschappelijke discussie bestaat, blijken deze grenzen politiek taboe. Zo komt het dat ziektelast, een extreem belangrijk principe voor de vergoeding van de zorg, nooit stevig bediscussieerd is door ons parlement, laat staan verankerd in wetgeving.”

Breed gedragen principes

Maar ondertussen komen kosteneffectiviteit en onvergoede zorg steeds vaker ter sprake als een patiënt bij de dokter zit, schrijft de Amsterdamse internist-oncoloog in zijn opiniestuk in NRC. “Principes voor de samenstelling van het basispakket moeten daarom niet alleen toekomstbestendig zijn, maar zeker ook breed gedragen.”