Laat mij maar in het verpleeghuis zijn
Anne Bannink (71, gepensioneerd hoofddocent taalkunde aan een universiteit): voelde zich schuldig toen haar man Henk (intussen overleden) , die leed aan dementie, naar het verpleeghuis moest. Maar het bleek een nieuwe start, vertelt ze in de Volkskrant. ‘In het verpleeghuis kon hij ontspannen. ‘
‘Dus nu heb ik een beetje een missie: met dementie in een verpleeghuis wonen ís niet de hel die er vaak van wordt gemaakt. Ik heb er twee boekjes over geschreven: Zonder en Wind tegen, en ik praat er wel eens over op een podium. Natuurlijk was het ingewikkeld: ik rouwde óók om Henk, terwijl hij er nog was. Maar er was ook nog veel van de oude Henk over. Als hij dood had gewild in plaats van naar een verpleeghuis, hadden we twee heel gelukkige jaren gemist.
Essentie van het leven
‘In Henks verpleeghuis ben ik gebleven als vrijwilliger. De meeste bewoners zijn heel makkelijk gelukkig te maken: samen eten, drinken, verhalen vertellen, zingen, het gaat op die plek om de essentie van het leven”, aldus Anne Bannink in de Volkskrant. Het doet me goed om daar te zijn. Als ik het vergelijk met de veertig jaar dat ik me staande moest houden op de universiteit met al het gekonkel en het gedoe daar, denk ik: dit is mijn nieuwe leven, laat mij maar in het verpleeghuis zijn.’