Kijk naar wat bij dementie wél kan

Anne-Mei The, hoogleraar langdurige zorg en sociale benadering dementie, pleit er in haar boek ‘Wij blijven mensen’ voor bij dementie te kijken wat wél kan. ‘Mensen schamen zich en raken in een sociaal isolement’, zegt zij in Het Parool.

Voor haar onderzoek praat The niet óver maar mét de mensen.”Heel lang, tot een kleine tien jaar geleden, werd gedacht dat deze groep mensen niet kon praten en niet kon vertellen wat er aan de hand was. Dat is pertinent niet waar. Ze doen het op hun manier en in hun tempo. De mensen die ik sprak, zijn mijn grootste inspiratiebron geweest, want zij hebben mij verteld over de uitsluiting die ze voelen. Dat is onmenselijk en mijn boek is een pleidooi voor humanisering van de dementiezorg.”

Oplossingen

Hoe kan dat concreet? The zegt hierover in Het Parool: “We moeten er op een andere manier mee omgaan en met oplossingen komen die meer in het verlengde liggen van de persoon die iemand ondanks de dementie is gebleven. Hij is nog steeds partner, vader en bijvoorbeeld buurman die zijn dag op een fijne manier wil invullen.”

Nieuwe invulling

Dat klinkt logisch, maar er verandert iets als iemand dementie krijgt. The: “Zeker. Je bent gewend om op een bepaalde manier met iemand om te gaan en als een persoon dementie krijgt, verandert dat. Maar dat betekent bijvoorbeeld niet dat liefde weg is. Daar moet je een nieuwe invulling aan geven. Praat erover, is mijn advies. Ook al weet ik dat het heel moeilijk is. Maar het kan.”

Sociaal isolement

Als samenleving moet er veel meer bewustzijn komen dat dit gebeurt, zegt de hoogleraar in Het Parool. “Mensen worstelen, schamen zich en raken in een sociaal isolement. Ze voelen zich schuldig. Praat, leg uit wat er gebeurt en probeer dingen te organiseren. Bied zo veel mogelijk ondersteuning in het gewone leven. Bedenk dingen die wel kunnen, zodat de persoon zich niet de hele dag verveelt. En zet vooral de bril af waardoor je een zielige patiënt ziet die niets meer kan betekenen.”