Elke oudere de beste zorg
Een revival van het bejaardenhuis van vroeger is geen goed idee, zegt Hilde Verbeek (hoogleraar zorgomgeving aan de Universiteit Maastricht) in de Limburger. “Ik snap waar die roep vandaan komt. Ouderen krijgen te maken met verlies van sociale netwerken, met fysieke kwalen. Het is belangrijk om hun steun te bieden. Maar ons beeld van het bejaardenhuis wordt ook gekleurd door nostalgie. Het was toch stigmatiserend: je trok ouderen min of meer uit de maatschappij.”
Kleinschalige hofjes
Een brede stroming in de ouderenzorg pleit al enige jaren voor andere, nieuwe woonvormen: geen massief complex waar ouderen ‘weggestopt’ worden, maar kleinschalige hofjes waar hulpbehoevende senioren bij elkaar in de buurt wonen en op een paar minuten rijden zorgprofessionals klaarstaan. Op steeds meer plekken in het land komen dergelijke initiatieven van de grond, ook in Limburg. Zoals Residentie Gerlachus in Maastricht, met 130 appartementen voor 65-plussers, waarvan er 20 beschikbaar zijn voor ouderen die extra begeleiding, ondersteuning en zorg nodig hebben.
Langer in verpleeghuis
Verbeek zegt de in de Limburger:: “Maar het wordt lastig als ouderen zwaardere zorg nodig hebben. Vanwege gedragsproblemen of beginnende dementie. Het is daarom goed om naar de rol van het verpleeghuis te kijken. Nu wordt dat alleen gezien als laatste station. Maar ouderen blijven best lang in het verpleeghuis. Meer dan negen maanden, zoals je vaak hoort. Dat aantal is wetenschappelijk nergens onderbouwd. Soms blijven mensen er wel twee of drie jaar.”
Geen luxeproduct
Ook een belangrijk punt: goede ouderenzorg moet voor iedereen bereikbaar zijn. Dus voor rijk én arm. Nu zijn veel ‘hofjes’ toch vooral voor de welgestelden. Terwijl de Nederlandse verzorgingsstaat er vroeger voor zorgde dat ook ouderen met een smalle beurs in een bejaardenhuis konden wonen. Verbeek zegt in de Limburger: “Uitgangspunt moet zijn dat elke oudere de beste zorg krijgt. Het mag geen luxeproduct worden.”