Door mantelzorg je werk in de zorg niet doen

Het Sociaal en Cultureel Planbureau becijferde dat mantelzorg de samenleving op jaarbasis zo’n 22 miljard euro kost aan verloren arbeidstijd en productiviteit. Eén op de drie Nederlanders verleent in meer of mindere mate mantelzorg. De SER waarschuwt dat dit de komende jaren een van de grootste knelpunten op de arbeidsmarkt wordt. Vooral onder 50-plussers, de generatie die nog werkt en zorgt voor zowel hun kinderen als hun ouders, schrijft Anne-Marije Buckens in haar column in het AD.

Gekmakende dualiteit

De columnist schrijft over een 56-jarige vrouw wier betaalde baan ook in de zorg is en zegt: “Eigenlijk is het wel raar dat ik mijn werk in de zorg niet kan doen, doordat ik ben uitgeput door het verlenen van vrijwillige zorg. Tegelijkertijd zou het hele zorgsysteem instorten als er geen mantelzorgers zouden zijn. Ik voel me schuldig naar mijn werkgever, terwijl ik weet dat ik iets goeds doe voor het zorgstelsel. Die dualiteit is gekmakend.”

Stille generatie

Volgens Buckens vormen 50-plussers de stille generatie op de werkvloer. “Opgevoed met ‘niet lullen, maar poetsen’ en ‘leuk doe je maar in het weekend’, zijn zij gewend om veel lasten in stilte te dragen. Het aankaarten van werk-privébalans of stressklachten bij de werkgever doet deze generatie minder snel dan hun jongere collega’s. Terwijl begrip, waardering en flexibiliteit in het rooster voor veel mantelzorgers al een enorm verschil zou maken.”

Het loopt vast

Het thema mantelzorg moet veel prominenter op de agenda komen, schrijft Buckens in het AD. De vergrijzing telt hier namelijk dubbel. Er komen meer mensen die mantelzorg nodig hebben en de beroepsbevolking bestaat uit meer 50-plussers die mantelzorg verlenen. Dat loopt vroeg of laat vast. Van werkgevers is nauwelijks te verwachten dat ze ook deze risicopost er nog bij nemen. Tegelijkertijd is dit het resultaat van de samenleving die we met elkaar hebben gecreëerd. Problemen die ontstaan, zullen we met elkaar moeten oplossen.